het landbouwkrediet in polen Hoewel reeds meer dan 100 jaar geleden in Polen coöperatieve spaar- en kredietbanken bestonden, heeft deze sector van het coöperatiewezen vooral na 1945 een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Dit laatste kan trouwens worden geconstateerd van alle sectoren van het Poolse coöperatiewezen. De ver klaring hiervoor is te vinden in de politiek van de na-oorlogse Poolse regeringen, die een in sterke mate geleide economie meebracht, waarin een grote plaats is toebedeeld aan coöperatieve bedrijven. Voor een goed begrip moet worden opgemerkt, dat in het nieuwe Polen het bedrijfsleven niet uitsluitend bestaat uit staatsbedrijven en coöperaties, doch dat ook de particuliere bedrijven nog een belangrijk aandeel hebben in de totale economie. Dit laatste geldt in het bijzonder voor de agrarische sector, waar thans nog ruim 3 miljoen particuliere bedrijven voorkomen, die gezamenlijk 85 van alle Poolse landbouwgrond beslaan. De coöperatieve spaar- en kredietbanken in Polen, die algemeen worden aangeduid met de afkorting S.O.P. zijn geen instellingen die uitsluitend wer ken ten behoeve van de agrarische bevolking. Hoe wel in hun statutaire doelstelling de landbouw spe ciaal wordt vermeld, wordt hieraan uitdrukkelijk toe gevoegd dat de coöperatieve bank tot taak heeft de materiële en culturele levensomstandigheden als mede het sociale bewustzijn te verbeteren van alle bewoners van het platteland. Zo worden door de S.O.P.'s behalve aan landbouwbedrijven ook kre dieten verstrekt aan ambachtslieden, terwijl naast bedrijfs- en investeringskredieten ook leningen wor den verstrekt voor de aanschaf van duurzame con sumptiegoederen, zoals meubilair, wasmachines, koelkasten en televisietoestellen. Opgemerkt kan worden dat de S.O.P.'s ook kre dieten verstrekken aan niet-leden, doch dat de leden bij de kredietverlening wel een zekere prioriteit ge nieten. Een bijkomend voordeel van het lidmaat schap bestaat verder in de mogelijkheid, dat de S.O.P. Spoldzielnia Oszczednosciowo-Pozyczkowa. coöperatieve bank een gedeelte van de eventuele exploitatie-overschotten uitkeert aan de leden. Hier staat echter tegenover dat ieder lid verplicht is bij zijn toetreding één of meer aandelen te nemen, die in de loop van uiterlijk twee jaar in termijnen moe ten worden volgestort. Uiteraard brengt het lidmaatschap ook bepaalde rechten mede inzake het bestuur van de coöperatie. Daarbij valt op dat het bestuur van de coöperatie, dat uit drie personen bestaat, niet rechtstreeks door de leden wordt gekozen doch door een raad die uit 7 tot 15 personen bestaat. De raad wordt, indien de coöperatie minder dan 300 leden telt, recht streeks door de leden gekozen en zo er meer dan 300 leden zijn door een vergadering van afgevaar digden. Daar vrijwel alle S.O.P.'s meer dan 300 le den tellen, moet worden geconcludeerd dat uit organisatorisch oogpunt bezien de afstand tussen het bestuur en de leden zeer groot is. Door de S.O.P.'s worden spaargelden aangetrok ken, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen al of niet dagelijks opvraagbaar spaargeld. De rente voor dagelijks opvraagbaar spaargeld bedraagt 3 met een opzegtermijn van 3 maanden 3,5 met een opzegtermijn van 6 maanden 4 en 5 met een opzegtermijn van 1 jaar. Ten hoogste 50 van de spaargelden mag door de afzonderlijke S.O.P.'s worden uitgezet in het eigen werkgebied. De debet rente voor deze uitzettingen bedraagt 6%. Het ge deelte van de spaargelden dat niet in de vorm van kredieten wordt uitgezet, wordt tegen een rente vergoeding van 5% bij de Poolse Nationale Bank gedeponeerd. Daarnaast hebben de S.O.P.'s de mogelijkheid voor alle kredietbehoeften van agrarische bedrijven, die verband houden met de aanschaffing van werk tuigen en vee, verbetering van bedrijfsgebouwen, alsmede voor de financiering van met de staat ge contracteerde produkten gebruikte maken van goed kope middelen die voor deze doeleinden beschik baar worden gesteld door de Landbouwbank. Deze Landbouwbank is een overheidsinstelling. Aan dit goedkope krediet is voor de S.O.P.'s nog een heel behoorlijke rentemarge verbonden, want de Land bouwbank vraagt een rentevergoeding van 0,5 terwijl de S.O.P.'s deze zelfde bedragen aan de 224

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1967 | | pagina 18