j. den hartog t
Op 25 juni 1967 overleed de heer J. den Hartog,
directeur van de Coöperatieve Raiffeisen-Bank
,,Gorinchem".
De heer Den Hartog was secretaris van de Ring
Gorinchem en de laatste tijd tevens waarnemend
voorzitter.
Verschillende keren was hij vertegenwoordiger
in de Centrale Ringvergadering, waarbij duidelijk
bleek, dat zijn belangstelling zich niet beperkte tot
zijn ring. De gehele organisatie droeg hij een warm
hart toe.
wikkelingslanden. De landbouw kan zo de bevol
kingsgroei in de ontwikkelingslanden niet bijhou
den. Daardoor wordt het wereldvoedselprobleem
steeds groter. Wanneer de honger moet worden
uitgebannen dan zal omstreeks het jaar 2000 de
wereldvoedselproduktie verdrievoudigd moeten zijn,
omdat de wereld dan een bijna tweemaal zo grote
bevolking zal tellen.
Daarom zal allereerst de ontwikkelingshulp ge
richt moet worden op het opvoeren van de agra
rische produktie in de ontwikkelingslanden zelf.
Dat is een uiterst moeilijke weg want een produk-
tieverhoging kan alleen worden verkregen door
moderne methoden, toegepast door ontwikkelde
boeren, die kapitaal hebben en dit ook weten te
gebruiken. Door kunstmest, irrigatie en betere
grondbewerking kan de opbrengst worden ver
hoogd. Door toepassing van bestrijdingsmiddelen
zal men ziekten en plagen moeten bestrijden en
vooral het enorme verlies door ongedierte, door
muizen- en rattenvraat, moeten voorkomen.
In de discussie rond het wereldvoedselprobleem
is thans een nieuw element gekomen, nl. de syn
thetische voedselproduktie. Men zou de toenemen
de moeilijkheden om de wereldbevolking voldoen
de te voeden, kunnen oplossen door een groot
scheepse synthetische produktie van eiwit, waar
door in de voedseltekorten zou kunnen worden
voorzien.
De mogelijkheden van het kunstmatig eiwit
het door de Staatsmijnen te fabriceren lysine
hebben vele tongen in beweging gebracht en
spookbeelden opgeroepen. Zal door de synthe
tische voedselproduktie de graanteelt en de dier
lijke veredelingsproduktie niet overbodig worden?
Dergelijke vragen zijn begrijpelijk omdat de land
bouw reeds eerder ervaringen heeft opgedaan met
synthetische produkten. Een bloeiende meekrap
teelt werd door de chemische kleurstofindustrie te
gronde gericht. De kunstvezels vormen een steeds
grotere concurrent voor dierlijke en plantaardige
vezels. De opkomst van de margarine heeft de
boter in de gesubsidieerde hoek gedrukt.
Thans wordt het mogelijk dat zoals een der
dagbladen schreef ,,in tropische landen vlees
en kaas als het ware aan struiken en bomen gaan
groeien. Aardnoten, soyabonen en kokosnoten le
veren eiwitten, die tot vlees kunnen worden ge
sponnen". In Amerika is men zelfs nog veel verder
en kan men uit produkten welke worden verkregen
uit methaan en aardolie, uit volkomen synthetische
eiwitprodukten, kunstmatig kippe- en varkensvlees
bereiden. We staan als het ware voor een voedsel-
revolutie.
Toch moeten we deze ontwikkeling niet al te
dramatisch bezien. De produktie van plantaardige
en dierlijke eiwit blijft ook in de toekomst, bij een
steeds groter wordende consumptiebehoefte, no
dig. Deskundigen zijn van mening dat lysine niet
in staat is de voorziening met eiwitten over te
nemen. Wel is de lysine van grote betekenis, om
dat door toevoeging van deze stof meer van het in
het voedsel aanwezige eiwit door mens of dier
wordt benut. Wanneer daardoor het door de land
bouw voortgebrachte voedsel een grotere voe
dingswaarde krijgt dan zal de fabrieksmatige be
reiding van eiwitten het vraagstuk van de onder
voeding in ontwikkelingslanden op goedkope wijze
kunnen oplossen. De landbouw en veeteelt, die
momenteel niet in staat zijn de toenemende we
reldbevolking te voeden, zouden een dergelijke
ontwikkeling slechts kunnen toejuichen. Er blijft
dan ook voor de agrarische bedrijfstak perspec
tief voor de toekomst.
m