spannen waren. Merendeels was men dan ook ge
neigd aan te nemen, dat nauwelijks meer dan het
minimum bedrag van 100 miljoen zou kunnen wor
den geplaatst. Het is echter zoals men weet 130
miljoen geworden, zodat de verwachtingen toch
nog werden overtroffen.
In beurskringen heerste echter vrijwel algemeen
de opvatting dat de Bank voor Nederlandsche Ge
meenten met deze uitgifte te hard van stapel is ge
lopen. Vooral het feit dat niet tot na de stortings
datum voor de jongste staatslening, nl. 1 juli, was
gewacht, werd als een fout in het leningbeleid
aangemerkt. Van het standpunt van de emitterende
instelling gezien, moet men echter erkennen, dat die
haast, in het licht van de grote politieke spannin
gen vooral, toch wel gemotiveerd is geweest. Want
de ontbranding van de strijd in het Midden-Oosten
die in hetzelfde weekeinde nog is gevolgd, heeft zo
verstorend op het beursklimaat gewerkt, dat die
emissie dan voor onbepaalde tijd had moeten wor
den uitgesteld. In het licht van de bijzondere om
standigheden valt het dan ook te verklaren, dat de
eerste officiële koers die voor de 6% lening
van de B.N.G. werd genoteerd, slechts 971/2 was,
wat ten opzichte van de koers van uitgifte een dis
agio van niet minder dan 11/2% betekende. Dat
disagio stond echter niet op zichzelf, maar bete
kende eenvoudig een aanpassing aan de koers
dalingen, die zich onder de invloed van het poli
tieke gebeuren algemeen op de Staatsfondsen-
markt voordeed. Want de 6% Staatslening 1967
viel tegelijkertijd terug tot slechts 96, wat ten op
zichte van de emissiekoers dus een disagio van
niet minder dan 2% punt betekende.
liquiditeitsvoorkeur
Hoezeer een en ander ook samenhangt met de
verontrusting, die onmiddellijk na de strijd van
de Arabische staten tegen Israël overal ter wereld
aan de dag trad, lijkt toch in elk geval wel de con
clusie gerechtvaardigd, dat het tijd zal kosten om
het vertrouwen weer te herstellen en dat een even
tueel gebrek aan vertrouwen een beletsel kan vor
men voor een doorzettten van de ontspanning op
de kapitaalmarkt.
In dergelijke tijden van spanning en onzekerheid
pleegt zich steeds een grote liquiditeitsvoorkeur
te openbaren die zich kenmerkt door een alge
mene ongeneigdheid voor het vastleggen van mid
delen voor langere tijd. Daarom moet er thans van
worden uitgegaan, dat de rente zich in de eerst
komende maanden wellicht op een relatief hoog
niveau zal handhaven en dat daarin eerst verande
ring zal kunnen komen, wanneer op het internatio
nale politieke vlak de rust en het vertrouwen ge
heel terugkeren.
De storting op de 6 %-Staatslening ad nominaal
300 miljoen per 1 juni jl. heeft de banken uiter
aard weer onder druk gezet, wat eerst in de week
staat van de Nederlandsche Bank per 5 juni tot uit
drukking kwam. Voor het tegoed der banken op
zichzelf bij de centrale bank maakte dat overigens
niet veel uit, want dit is vrijwel steeds zeer laag
geweest. De mutaties in de positie van het bank
wezen weerspiegelen zich tegenwoordig vooral in
de omvang van de bij de circulatiebank opgenomen
voorschotten in rekening-courant. Deze zijn in de
week van 29 mei op 5 juni van 106 miljoen tot
257 miljoen gestegen, waarbij de deviezenvoor
raad praktisch onveranderd bleef, doch de biljetten-
circulatie met een dikke 100 miljoen inkromp.
Laatstgenoemd bedrag plus aflossingen van het
Rijk ad 100 miljoen tezamen met de nieuwe op
genomen voorschotten, zomede ,,swap"-transacties
in dollars, verschaften de banken de voor de stor
ting benodigde middelen.
Vergelijken we de positie met die van einde
maart of einde april, dan zien we dat de bankbil-
jettenomloop zich 200 a 300 miljoen heeft uit
gebreid, waarin zich de invloed van het zomersei
zoen en de vakanties reeds weerspiegelt.
belegging in schatkistpapier
Terwijl de omvang van het uitstaande schatkist
papier in april met een kleine 300 miljoen was
toegenomen tot nagenoeg 5 miljard aan het einde
van die maand, is dat bedrag in de maand mei met
circa 100 miljoen ingekrompen. Opmerkelijk is
dat de veranderingen in de kortlopende schuld van
het Rijk van geringe omvang bleven, waartegen
over die van de langerlopende schatkistbiljetten
naar verhouding sterker is toegenomen. Met name
195