financieel overzicht
rentedaling bleef achterwege
De ontwikkeling op de kapitaalmarkt in de laatste
paar maanden is wel geheel anders geweest dan
werd voorzien na de verlaging van het officiële
disconto door de Nederlandsche Bank in maart jl.
Meende men toen dat de periode van zeer duur
geld wel als definitief afgesloten mocht worden
beschouwd en dat, in het kader van de economi
sche ontspanning, het grotere vertrouwen in de
nieuwe regering en een meer conservatief finan
cieel economisch beleid de kapitaalrente geleide
lijk zou doen dalen, de ervaring heeft intussen wel
anders geleerd.
Wat in het bijzonder is tegengevallen, is het
opnemingsvermogen van de risico mijdende
sector van de kapitaalmarkt voor nieuwe leningen,
dat zich in een geleidelijk afbrokkelende koersbe-
weging weerspiegelde. Van het ogenblik af dat de
regering De Jong haar 6 Staatslening ten be
drage van 300 miljoen lanceerde, heeft de gang
van zaken op de kapitaalmarkt teleurgesteld. Voor
een deel kan hiertoe hebben bijgedragen het feit,
dat het ministerie van Financiën met deze lening-
operatie nieuwe paden heeft betreden, door daar
voor niet te voren een vaste emissiekoers te be
palen, doch voor de inschrijving het z.g. tender
systeem toe te passen, waarbij de inschrijvers
vrijelijk konden aangeven bij welke koers en voor
welke bijbehorende bedragen zij bereid waren obli
gaties te nemen. De instanties hoopten aldus aan
het buitensporige majoreren een halt toe te roe
pen en tevens de speculatie daardoor de wind uit
de zeilen te nemen. Aan de lening was wel een
minimumkoers van 98 verbonden. Als resultaat
van deze emissie is ten slotte de zeer lage prijs
van 98% te voorschijn gekomen, zodat alle
inschrijvers die op deze koers of hoger hadden in
getekend, hun stukken tegen die eenheidsprijs ver
kregen.
De koers van deze 6% lening bleef onder druk
staan en bedroeg bij het afsluiten van de maand
mei niet meer dan 97% zodat er ten opzichte
van de evenwichtsprijs die volgens het tender
systeem tot stand kwam, toch nog een disagio van
punt was ontstaan.
emissiebedrijvigheid
Het waren de internationale politieke omstandig
heden, die in het laatste deel van mei vooral ook
voor onze staatsfondsenmarkt een zekere koers-
druk met zich bracht, waaraan uiteraard de jonge
6% lening zich evenmin als welke andere staats
lening ook vermocht te onttrekken.
Als tweede ongunstige factor deed zich ge
voelen het feit, dat in een betrekkelijk korte tijds
spanne nog enkele malen, zij het ondershands, een
beroep op de kapitaalmarkt werd gedaan, terwijl
bovendien de jongste 6% emissie van de Bank
voor Nederlandsche Gemeenten reeds haar scha
duwen vooruit wierp.
Wat de onderhandse emissiebedrijvigheid aan
gaat, herinneren wij aan de 6% lening ter groot
te van 100 miljoen, die de Nederlandse Gasunie
a pari heeft uitgegeven en aan de aankondiging
van de Staatsmijnen van de uitgifte van een lening
van 125 miljoen, waarvoor op korte termijn een
beroep op de kapitaalmarkt zal worden gedaan.
Verder ging Blaauwhoed in de loop van mei tot de
uitgifte van een obligatielening over, nl. van een
6% 20-jarige lening van 20 miljoen, waarop
tegen pari kon worden ingetekend.
de B.N.G.-emissie
En ten slotte trad ook de Bank voor Nederland
sche Gemeenten reeds weer met een obligatie
lening voor het voetlicht. Voorzichtigheidshalve
was het minimumbedrag van de lening tot slechts
100 miljoen beperkt, waarbij wel de mogelijkheid
was opengehouden om het leningbedrag bij vol
doende belangstelling eventueel tot 150 miljoen
te verhogen. De B.N.G. heeft zich niet aan een
tenderexperiment gewaagd doch het oude systeem
met een vaste koers van uitgifte, die op 99 was
bepaald, gevolgd.
De omstandigheden brachten mee, dat de
verwachtingen omtrent het emissieresultaat aan
de vooravond van deze inschrijving niet hoog ge-
194