Dr. Verhage bracht dank aan allen die tot het
bevredigende resultaat hebben bijgedragen en ver
meldde tenslotte, dat, wanneer bij het winstsaldo
van 6.672.404,67 wordt geteld het saldo van het
vorige jaar ad 288.156,23, voor winstbestem
ming f 6.960.560,90 resteert. Het voorstel is om
hieruit aan de algemene reserve 4.500.000,toe
te voegen, zodat deze daarmede zal stijgen naar
33.500.000,Voorts wordt voorgesteld om
2.000.000,aan de bouwreserve toe te voegen.
Hieraan is al een bedrag onttrokken voor de in
gang zijnde bouw, maar de bouwreserve zal daar
mede stijgen naar 7.200.000,Hierbij is er reke
ning mede gehouden dat in de toekomst verdere
uitbreiding van de kantoorgebouwen nodig zal zijn.
Als onverdeeld winstsaldo resteert dan een bedrag
van 460.560,90. De open reserves van de Cen
trale Bank zullen na aanneming van dit voorstel
50,7 miljoen bedragen.
Nadat de voorzitter der vergadering, mr. Van
Beekhoff, had opgemerkt, dat 1966 niet alleen een
bevredigend, maar zelfs een zeer bevredigend jaar
is geweest ,,als wij zeggen: niet slecht, dan be
doelen we eigenlijk: het was heel goed" keurde
de vergadering zonder beraadslaging de rekening
en verantwoording van het Bestuur over 1966, de
balans en winst- en verliesrekening over 1966 en
het voorstel tot bestemming van de gemaakte
winst goed.
„raiffeisenbanken" met „directeuren"
Eveneens zonder discussie ging de vergadering
met algemene stemmen akkoord met een wijziging
van de statuten en van het huishoudelijk reglement,
een belangrijke wijziging, zoals dr. A. J. Verhage,
voorzitter van het Bestuur in een toelichtende rede
duidelijk in het licht stelde. Artikel 2 van de be
staande statuten is aangepast aan het Rapport
1966 van de Structuurcommissie. De beperking van
het werkgebied tot Nederland vervalt, maar dit be
tekent niet, aldus dr. Verhage, dat men van plan
zou zijn een buitenlands bedrijf op te bouwen.
Deze beperking was door de ontwikkeling, waarbij
met name gedacht moet worden aan de vrijheid
van verkeer voor goederen, kapitaal en personen
in de E.E.G., aan de ontwikkelingslanden en aan de
emigratie, achterhaald.
Door wijziging van artikel 4 wordt duidelijk be
paald dat ook leningen kunnen worden verstrekt
aan leden-banken, die tevens het aan- en verkoop-
bedrijf uitoefenen.
Voorts was voorgesteld de omvang van voor
schotten en leningen, waarbij in het bijzonder aan
hypotheken moet worden gedacht, niet meer te be
perken tot het bedrag, waarvoor schuldbrieven zijn
uitgegeven. In het sterk gegroeide bedrijf van de
Centrale Bank is dit niet meer nodig, ook al omdat
andere lange middelen voor dit doel beschikbaar
zijn.
De kredietverlening aan particulieren was be
perkt door de bepaling in artikel 5 van de statuten,
dat hiervoor onderpand van effecten vroeg. Deze
beperking was weinig zinvol en daarom is in het
wijzigingsvoorstel bepaald dat voor deze krediet
verlening voldoende zekerheid moet worden ge
geven.
Het voorstel artikel 10 van de statuten te
wijzigen, beoogt hierin meer duidelijkheid te
brengen. In overeenstemming met de zeer gegroei
de omvang van de zaken van de Centrale Bank
zijn de grenzen voor oprichting van andere onder
nemingen en van deelnemingen ook verruimd. De
wijzigingen van artikel 26 zijn mede voorgesteld
omdat deze voortvloeien uit de schaalvergroting,
ook in onze organisatie.
Dat in het wijzigingsvoorstel van artikel 38 voor
gesteld is om bij de ringen het woord „boerenleen
bank" te vervangen door „raiffeisenbank" vloeit
eveneens voort uit de aanbevelingen van het Rap
port 1966 van de Structuurcommissie. Hetzelfde
geldt voor het wijzigingsvoorstel van artikel 42,
namelijk om de naam kassier te laten vervallen en
de directeur van een plaatselijke bank inderdaad
ook directeur te noemen.
Ook de voorstellen tot wijziging van het huis
houdelijk reglement vloeien voort uit de schaalver
groting in onze organisatie.
Van grote betekenis noemde dr. Verhage het
voorstel tot wijziging van artikel 51, dat over het
kapitaal van de Centrale Bank handelt. Tot nu toe
werd per vijfjarige periode dit kapitaal aangepast
179