Bank nam met haast 43 miljoen toe tegenover 18 miljoen in 1965. De financiering van de coöpe raties over de gehele organisatie nam toe van 669 miljoen tot 745 miljoen. taak volledig vervuld Dr. Verhage geloofde dat de organisatie in het uitzettingsbeleid haar taak als landbouwkredietin stelling weer volledig heeft kunnen vervullen. De samenwerking met het Borgstellingsfonds voor de Landbouw was ook in het afgelopen jaar weer zeer vruchtbaar. Zonder het Borgstellings fonds zou de financiering van de wijzigingen die in de Nederlandse land- en tuinbouw optraden en die de positie van onze land- en tuinbouw versterken, bijzonder moeilijk zijn geweest. Dat de financiering van land- en tuinbouw de volle aandacht heeft, blijkt ook uit de Kredietdag die in het najaar van 1966 samen met de Eind- hovense organisatie werd georganiseerd. Het over leg in de in 1966 tot stand gekomen Nederlandse Raad van Overleg voor Land- en Tuinbouw be schouwde dr. Verhage voor de doelstelling van de Raiffeisenorganisatie als waardevol. Bijzondere aandacht schonk hij aan het teruglo pen van het eigen vermogen. Wanneer het eigen vermogen door de moderne financieringsvormen en de samenwerking met het Borgstellingsfonds voor de Landbouw te sterk zou worden vervangen door vreemd vermogen op lange termijn, zou dit gevaren inhouden die vooral naar voren komen in tijden dat het slechter gaat. In dit verband is het belang rijk dat naar oplossingen wordt gezocht om het familievermogen, dat bij generatiewisseling sterker dan vroeger aan het bedrijf wordt onttrokken, lan ger in het bedrijf te houden. „Wanneer ik dit zo zeg", aldus dr. Verhage, „zullen veler gedachten ook uitgaan naar de moei lijkheden die in de groenteteelt onder glas in de afgelopen jaren zijn ondervonden." In het afgelopen jaar zijn nauwkeurig de moeilijk heden van de groenteteelt onder glas bezien in een overleg tussen het Borgstellingsfonds, het Land bouwschap en de beide centrale banken. Belang rijk is dat het Borgstellingsfonds hierbij bereid is in aanzienlijke mate mede te werken. De raiffeisenbanken maken voorts ernst, aldus dr. Verhage, met de financiering in de niet-agrari- sche sector. Hieronder zijn heel wat bedrijven die nauw verwant zijn aan land- en tuinbouw maar ook bedrijven die in de plattelandsgemeenschap een belangrijke rol spelen, zoals middenstandsbedrij- ven en klein-industrie. Steeds meer slagen de raif feisenbanken erin ook voor die bedrijven passende financieringsvormen te vinden. Voor de beoordeling van de basis waarop derge lijke financieringen dienen te geschieden, is het van betekenis dat de plaatselijke banken over een zo goed mogelijke voorlichting beschikken. Er is be gonnen met het opbouwen van deze voorlichting door de benoeming van een kredietadviseur voor de middenstand. De raiffeisenbanken blijven het als een gemis voelen en beschouwen het ook als een nadeel voor de middenstanders, dat de over heid de verlening van bijzondere garantiekredieten slechts mogelijk maakt door de bemiddeling van één bankinstelling. „In de eerste vier maanden van 1967 zijn 67,9 miljoen aan spaargelden aan onze organisatie toe vertrouwd", zo vervolgde dr. Verhage zijn rede. „Dit is meer dan in de eerste vier maanden van 1966 toen dit bedrag 40,6 miljoen was. Het totaal van de aanwas van de ons toevertrouwde middelen was over de eerste vier maanden van 1967 101,9 miljoen tegenover 44,1 miljoen in dezelfde pe riode van 1966. Hiernaast moet geconstateerd wor den dat de sterke toeneming van het in „eigen kring" uitstaande bedrag aan voorschotten en kre dieten rekening houdende met de aflossingen nog voortgaat. In de eerste drie maanden van 1967 bedroeg deze toeneming f 115,0 miljoen te genover 125,8 miljoen in dezelfde tijdsperiode van 1966. In 1965 was deze toeneming 72 mil joen. Uit deze cijfers kan men zelf de gevolgtrek king maken dat de spanning tussen toevertrouwde middelen en toeneming van de uitzettingen in de eerste maanden van 1967 nog niet is opgeheven. Bestuur en directie volgen deze ontwikkeling nauw keurig." balanstotaal van f 6,5 miljard Alvorens de jaarcijfers van onze Centrale Bank 177

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1967 | | pagina 27