Er valt een voortdurende beweeglijkheid in de
organisatie waar te nemen. Deze vergadering zal
er weer getuigenis van afleggen. Voor mr. Van
Beekhoff waren de fusies, die in 1966 telkens tus
sen twee banken tot stand kwamen, duidelijke te
kenen van die beweeglijkheid. Wanneer het nodig
en verantwoord is, verzet men de bakens om beter
aan zijn doel te kunnen beantwoorden.
Op een heel ander terrein zag mr. Van Beekhoff
de beweeglijkheid van de banken in de re
cente plannen om tot een bankgirocentrale en tot
de uitgifte van betaalcheques te komen. Dit mee
doen aan een regeling, die de betaalgewoonten van
heel Nederland kan beïnvloeden, toont duidelijk
aan hoever de organisatie is gekomen sedert de
begintijd, toen de banken nog slechts een zeer
kleine, in zichzelf besloten plaatselijke invloed
hadden. Ook de invoering van het EU-spaarboekje
is daarvoor een sprekend teken.
De voorzitter besloot zijn openingswoord met de
constatering, dat men in weloverwogen onderling
overleg gemeenschappelijk bezig is aan de verdere
uitbouw van onze banken en van onze oganisatie.
notulen en verkiezingen
De vergadering stelde vervolgens zonder discus
sie unaniem de notulen van de Algemene Vergade
ring van 17 mei 1966 vast.
Zij herbenoemde mr. C. Th. E. Graaf van Lijnden
van Sandenburg te Neerlangbroek tot lid van het
Bestuur.
Tot leden van de Raad van Toezicht werden her
benoemd de heren mr. R. J. van Beekhoff te Kerk-
Avezaath; M. P. van der Weyden te Noorden en
G. Vredeveld te Hooghalen.
dr. A. J. Verhage besprak jaarstukken
Bij het belangrijke punt Goedkeuring van de
rekening en verantwoording van het Bestuur over
1966 en van de balans en verliesrekening over dat
zelfde jaar" gaf dr. A. J. Verhage, voorzitter van
het Bestuur, een uitvoerige toelichting, waarin hij
o.a. uiteenzette, dat 1966 een duidelijke wijziging
in de conjunctuur te zien gegeven heeft, zij het dat
de economische groei doorging. De steeds stijgen
de loonkosten en de afneming van de winstmarges
waren er oorzaak van dat de mogelijkheden tot in
terne financiering afnamen. Ook de overheid, zowel
het Rijk als de lagere publiekrechtelijke organen,
deden een aanzienlijk beroep op de kapitaalmarkt,
terwijl relatief het aanbod van de besparingen af
nam. De heer Verhage gewaagde van een over-
besteding, een sterke liquiditeitsverkrapping, een
aanzienlijke rentestijging en een vermindering van
de spannng op de arbeidsmarkt met hier en daar
toenemende werkloosheid. Deze ontwikkeling heeft
haar weerslag gehad op de Coöperatieve Centrale
Raiffeisen-Bank en op het door haar gefinancierde
bedrijfsleven.
De uitkomsten van de landbouw waren ver
schillend. In de akkerbouw vielen de graanop
brengsten tegen, evenals de ha-opbrengst van de
suikerbieten. De aardappelen gaven echter een re
delijke opbrengst. Voor de weidebedrijven kon het
afgelopen jaar redelijk worden genoemd. De in
toenemende mate belangrijker wordende verede-
lingsproduktie ondervond echter wel de invloeden
van de conjuncturele ontwikkeling, terwijl het op
treden van het mond- en klauwzeer een geduchte
tegenvaller was. In de tuinbouw waren de uitkom
sten ook verschillend. De groenteteelt onder glas
geeft al enkele jaren, generaliserend gesproken,
slechte bedrijfsuitkomsten te zien. De resultaten
van de bloembollenteelt waren in het afgelopen
jaar niet bevredigend. De bloemkwekerij toonde
bij een sterke expansie nog een bevredigende, hoe
wel iets achteruit lopende rentabiliteit. De bedrijfs
uitkomsten in de boomkwekerij bleven ongeveer
dezelfde. De prijzen van het fruit vielen tegen.
,,ln de uitoefening van ons bedrijf hebben ook
wij ons aan deze conjuncturele ontwikkeling niet
kunnen onttrekken", aldus dr. Verhage. ,,Een ver
hoging van de rentestand was ook in onze orga
nisatie nodig. Toch kunnen wij vaststellen dat de
renten, die door de organisatie moesten worden
berekend voor de financiering van wat wij de
„eigen kring" plegen te noemen, relatief laag wa
ren. Dit komt overeen met de doelstelling van onze
organisatie. Hierbij mogen wij echter niet vergeten
dat dit het gevaar oproept dat die relatief lage
rente de uitzettingen te sterk doen toenemen. In dit
verband moet ik er wel aan herinneren, dat de Al-
173