steeds met voldoening op het door hem verrichte werk zal kunnen terugzien. De voorzitter memoreerde dat tengevolge van hun pensionering de heren Keijser en Te Kolsté niet meer naast, maar vóór hem bij de genodigden zaten. Hij verzekerde hun, dat dit plaatsverschil geen enkele invloed heeft op de sfeer van ver trouwen, die tussen de leden van de Raad van Toezicht, van het Bestuur, van de directie, van het secretariaat en hen heerst. Hetzelfde liet hij gelden voor de oud-leden van het Bestuur en de Raad van Toezicht. Mr. Van Beekhoff verwelkomde in het bijzonder de vertegenwoordigers van de zusterorganisaties in Eindhoven en Leuven; de landbouwattaché's van Frankrijk, de Duitse Bondsrepubliek en België; de vertegenwoordigers van het Landbouwschap, de C.L.O.'s, het departement van Landbouw en Vis serij, de afgevaardigden van verschillende orga nisaties in land- en tuinbouw en de overige gasten. Herdenkend degenen die in nauwe relatie tot de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank hebben ge staan en in het afgelopen jaar zijn overleden, noemde mr. Van Beekhoff in de eerste plaats Ba ron van Wijnbergen, die de organisatie 33 jaar lang tot 1965 toe in Bestuur en Raad van Toezicht op uitnemende wijze heeft gediend. Voorts de heer J. A. van Nieuwenhuyzen, die voor de ring Goeree- Overflakkee zitting had in de Centrale Ringverga- dering, en de personeelsleden van de Centrale Bank, de heren A. Patist, E. Scholten, A. J. van Vliet, G. Hinderink en H. Penthum. De voorzitter constateerde met voldoening, dat de raiffeisenbanken met de praktisch ingestelde en door techniek beïnvloede tijd meegaan. Als zeer sterke aanwijzing, zelfs als bewijs voor het grote praktische effect, dat de raiffeisenbanken hebben gehad en nog dagelijks verwezenlijken noemde mr. Van Beekhoff de gouden en diamanten jubilea, die de banken hebben gevierd. Irenehal 11 mei 8 uur v.m. 172

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1967 | | pagina 22