niet om de hormonenkwestie. Het heeft juist grote
bewondering voor wat Nederland doet om aan die
hormonenzaak zo spoedig mogelijk een definitief
einde te maken.
Wat de hormonenkwestie aangaat, deelde de
minister mee, dat Nederland nog volledig in het
slop zit met de gesloten grenzen van de voor
naamste markten voor vette kalveren. De moeilijk
heden betreffen vooral Italië, dat min of meer in
paniek geraakt is door de publikaties in de Neder
landse kranten.
Er bestaat thans in Nederland een vrijwel onbe
perkte capaciteit voor het onderzoek van vlees op
hormonen, leder gemest kalf kan thans een ge
zondheidscertificaat meekrijgen. De minister hoop
te dat dit zou bijdragen tot de opening van de Ita
liaanse grens voor Nederlandse kalveren. Hij doet
te dien aanzien elke dag weer wat in zijn vermo
gen is. Hij zal zelfs niet aarzelen met het verlenen
van subsidies op de uitvoer van vlees naar derde
landen, die het Nederlandse vlees wel importeren.
Ir. Lardinois deelde mee, dat hij voorstander is
van een gemeenschappelijk veterinair beleid van
de E.E.G.-landen. In Brussel heeft hij daarop aan
gedrongen. Hij herinnerde eraan, dat op het ogen
blik in Italië de Afrikaanse varkenspest heerst. Hij
was bereid de financiële offers, die de bestrijding
van deze vreselijke ziekte met zich brengt voor
gemeenschappelijke rekening van de E.E.G. te
nemen. De reacties van de E.E.G.-ministers voor
een gemeenschappelijk veerartsenijkundig beleid
noemde de minister bemoedigend. Er is afgespro
ken dat de Europese commissie de grondslagen
voor een regeling aan de E.E.G.-ministerraad zal
voorleggen.
beroep op medewerking
Wat het overige deel van de rede van minister
Lardinois aangaat, zij vermeld, dat de bewindsman,
nadat de voorzitter der vergadering, mr. Van Beek-
hoff, hem de toezegging had gegeven van de mede
werking van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-
Bank bij zijn belnid, al spoedig reageerde met de
verrassende verklaring, dat hij wel eens eerder een
beroep op die medewerking zou kunnen doen, dan
mr. Van Beekhoff dacht. Hij gaf geen verdere toe
lichting, maar de veronderstelling ligt voor de
hand, dat hij binnen afzienbare tijd zal komen met
\/oorstellen tot overneming door de landbouwkre-
dietbanken in Utrecht en Eindhoven van een deel
van de financiering van het landbouwkrediet, dat
thans nog in handen van de overheid ligt.
minder mensen, meer machines
Zich meer beperkend tot het aangekondigde on
derwerp gaf de minister een terugblik op de pe
riode in de vijftiger jaren, waarin de gedachte van
de eenmaking van Europa sterk leefde en de E.E.G.
gestalte kreeg. Een jaar of tien geleden begon een
spectaculair proces van economische groei, verge
zeld van een opvallende vermeerdering van de wel
vaart. In de landbouw gaat de stijging van de pro-
duktie echter voor het eerst in de geschiedenis
gepaard met een duidelijk toenemende absolute
daling van het aantal arbeidskrachten. In vijftien
jaar daalde in de E.E.G.-landen het aantal werk
krachten in de landbouw van achttien miljoen tot
twaalf miljoen, hoewel de beroepsbevolking met
dertien miljoen toenam. In de industrie blijven de
produktie en de mankracht stijgen. De van jaar tot
jaar toenemende produktie in de landbouw is te
danken aan de sterke mechanisering van het ar
beidsproces, alsmede aan de vooruitgang van de
wetenschap en de resultaten van de voorlichting.
Per werkdag wordt voor een miljoen guldens door
de Nederlandse boeren en tuinders in machines en
werktuigen geïnvesteerd. In Nederland waren in
1950 4.000 melkmachines, in 1964 70.000, dat is
zeventien keer zoveel. Het aantal trekkers nam in
diezelfde periode toe van 25.000 tot 112.000. Er
valt een ontwikkeling naar grotere bedrijven te ver
wachten. Er bestaan in de E.E.G. 61/2 miljoen land
en tuinbouwbedrijven. Minder dan drie procent
daarvan is in Nederland gevestigd. Zij produceren
niettemin ongeveer vijf procent van de totale agra
rische opbrengst in de E.E.G.-landen.
De minister vestigde de aandacht op de gewel
dige toeneming van het aantal éénmansbedrijven.
Tussen 1953 en 1963 steeg de landbouwproduktie
in de E.E.G.-landen in hoeveelheden gemeten, dus
los van prijsstijgingen, gemiddeld met 2,5 per
jaar. Nederland, met 4 stak daar met kop en
160