bankgirocentrale en gegarandeerde cheque investeren. Hierbij ontstaat een aanzienlijke kredietbehoefte. Dank zij een snelle uitbouw van de Raiffeisenorganisatie en het groeiende ver trouwen van de bevolking zijn de plaatselijke raif- feisenbanken in staat geweest een belangrijke bij drage te leveren tot de oplossing van dit financie ringsprobleem. Ongeveer dertig procent van alle per ultimo 1966 uitstaande kredieten van de raif- fcisenbanken had betrekking op het vreemdelin genverkeer en de daarmee nauw verbonden be drijfstakken. Met het groeien van het belang in deze sector nemen ook de moeilijkheden toe. Toenemende con currentie uit andere landen leidt tot dalende winst marges en een toenemende vraag naar kredieten met langere looptijden. Daar staat tegenover dat de algemene spaargeldaanwas achter blijft, terwijl kredietrestricties de financiële armslag beperken. De banken zullen onder deze omstandigheden zeer voorzichtig te werk moeten gaan aldus schrijver. Scherpenisse - 50 jaar Op 20 en 21 februari vierde de Raiffeisenbank Scherpenisse haar gouden jubileum. Het program ma bevatte een herdenkingsbijeenkomst voor ge nodigden, een receptie en een feestavond voor de leden, alsmede een aparte avond voor de spaar ders van de bank. Beide feestavonden werden ver zorgd door het Middelburgs Dilettanten Toneel. Voor de jeugd van Scherpenisse was er een voor stelling van Dik Trom. Zieken en bejaarden ontvingen ter gelegenheid van het jubileum een fruitbakje. Op 5 april zijn door de Nederlandse Bankiers vereniging en de beide centrale landbouwkrediet instellingen plannen bekend gemaakt met betrek king tot de oprichting van een bankgirocentrale en de invoering van een nieuw betaalmedium nl. de gegarandeerde betaalcheque. Het project bankgirocentrale is voortgekomen uit het overleg en de samenwerking van het Neder landse bankwezen op dit terrein. De plannen voor de gegarandeerde betaalche que waren reeds gemaakt door de Algemene Bank Nederland, de Amsterdam-Rotterdam Bank en de Nederlandse Middenstandsbank. Deze initiatiefne mers hebben in het kader van de samenwerking voor de bankgirocentrale hun plannen voorgelegd aan de Nederlandse Bankiersvereniging en aan de centrale landbouwkredietinstellingen, die ten aanzien hiervan een positief standpunt hebben in genomen. Beide plannen beogen de dienstenverlening van de banken aan hun cliënten op het terrein van het girale geldverkeer uit te breiden. Een dergelijke uitbreiding is gezien de ontwikkeling van de gi rale salarisbetalingen nodig, terwijl de moderne apparatuur deze mogelijk maakt. Ter realisering van deze mogelijkheid is evenwel uniformiteit van behandeling geboden. De bankgirocentrale, die haar diensten in het girale geldverkeer zal gaan verlenen, zal dit voor alle banken op dezelfde wijze kunnen doen, indien de banken op haar beurt in dit giroverkeer uniforme gedragsregels volgen. Een eerste verzoek hiertoe aan alle banken was over te gaan tot vaststelling van een uniform num mersysteem voor de rekening-courantcliënten, waaronder bij de aangesloten banken tevens de privérekeningen zijn begrepen. Deze eerste stap op de nieuw ingeslagen weg zal voor vele banken betekenen dat een bepaalde systematiek in het 126

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1967 | | pagina 12