maakt door belangrijk af te lossen op de voorschot
ten in rekening-courant, welke de Nederlandsche
Bank verleent. Op 20 februari werd zelfs een mini
mum van 20 miljoen bereikt. De ultimoverkrapping
bracht echter een nieuw beroep op krediet met
zich mee, dat de debetstand in rekening-courant
weer tot 143 miljoen deed stijgen. Zulks ondanks
het feit, dat de monetaire reserves aan het einde
van de afgelopen maand f 7.219 miljoen beliepen,
dat is ruim 100 miljoen meer dan aan het einde
van januari. Mogelijk hield deze deviezenaanwas
echter verband met de verruiming van de bankmid-
delen, bewust door het bankwezen nagestreefd.
De Nederlandsche Bank verlicht nl. herhaaldelijk
de positie van de particuliere deviezenbanken door
tijdelijk valuta's van hen te kopen om deze na een
bepaalde tijd, b.v. na een of meer maanden, weer
terug te verkopen. Wij hebben hier het oog op de
z.g. ,,swap"-transacties. De Centrale Bank is nl.
tegenwoordig bereid, in geval van grote krapte op
de geldmarkt, dollars van de banken te kopen,
waarbij deze instellingen zich echter verplichten na
een of twee maanden een zelfde dollarbedrag terug
te kopen.
Door de overdracht van de buitenlandse deviezen
verminderen dan de tegoeden van de handelsban
ken in het buitenland, terwijl anderzijds guldens-
kassen worden verruimd. Kopen ze de dollars terug
dan geschiedt uiteraard het tegenovergestelde. Het
effect is een egalisatie van de markt, waarbij de
banken zeer gebaat zijn, vooral nu hun buitenlandse
tegoeden in het afgelopen jaar sterk zijn ingekrom
pen. Men heeft hier derhalve met een krediever-
lening van de Nederlandsche Bank aan het bank
wezen te doen, waarbij de dollars in feite als dek
king dienen. Deze transacties maken het echter
moeilijker te beoordelen of/en in hoeverre de de
viezenvoorraad van de Nederlandsche Bank wijzigt
op grond van de stand van de betalingsbalans.
banken nog krap
De aanzienlijke overheveling van gelden uit de
schatkist naar de banken aan het einde van de
maand vond echter vooral zijn verklaring in beta
lingen van uiteenlopende aard, die het Rijk moest
doen. Zo ging circa 70 miljoen van de schatkist
naar de provincies voor wegengeld en verder circa
f 200 miljoen naar het onderwijs en voor andere
departementale betalingen. Die gelden kwamen
derhalve aan de liquiditeit van de banken ten goede,
wat niet belette, dat, zoals we hebben gezien, deze
toch nog een beroep op een krediet van de Neder
landsche Bank moesten doen.
Aan de andere kant werden de banken onder
zware druk gezet door de grote geldbehoefte van
het betalingsverkeer aan het einde van de maand,
wat de bankbiljettenomloop in de laatste week van
februari van 7.606 miljoen tot f 8.008 miljoen
deed toenemen. Dit laatste bedrag was ongeveer
een half miljard hoger dan een jaar te voren, waarin
zich de monetaire inflatie weerspiegelt. Einde janu
ari was de geldomloop echter reeds 7.953 mil
joen, dus slechts 55 miljoen geringer dan einde
februari.
Overigens mag er in dit verband nog wel op wor
den gewezen dat de banken slechts 2 miljoen
moesten aanhouden als renteloos(straf) deposito,
zodat daar tegenover hun reëel tegoed van 31
miljoen toch nog gunstig afstak. De schatkist moest
verder op 1 maart jl. 120 miljoen aan rente en af
losingen betalen, maar daar stond tegenover, dat
wellicht het drievoudige van dit bedrag naar de
schatkist zou moeten worden overgemaakt uit
hoofde van de maandelijkse belastingstortingen.
nog weinig verlichting
Al met al was er derhalve nog geen belangrijke
verlichting voor het bankwezen in het vooruitzicht.
Des te minder daar op 2 maart juist circa 75 mil
joen voor vervallende dollars uit oude termijn
affaires, welke niet door de Nederlandsche Bank
werden verlengd, aan deze instelling moest worden
betaald.
Op de discontomarkt was het de gehele maand
stil, waarbij de vraag naar papier, vervallende tus
sen september 1967 en maart 1968, overheerste.
In de noteringen kwamen echter geen verande
ringen van betekenis voor.
Wat het uitstaande schatkistpapier aangaat kan
worden opgemerkt, dat het uitstaande bedrag aan
(langer lopende) schatkistbiljetten verminderde van
3.319 tot 3.225 miljoen, dus met een kleine f 100
102