ruimtelijke ordening
Behalve een toeneming van de bevolking ver
wacht men ook een verandering in de leeftijdsop
bouw:
leeftijdsgroep
indexcijfers
procentuele
verdeling
1965
2000
1965
2000
jonger dan 20 jaar
100
179
37,9
39,5
20-64
100
166
52,6
50,6
65
100
180
9,5
9,9
totaal
100
172
100
100
In september jl. is door de regering de tweede
nota uitgegeven waarin een ruimtelijke toekomst
visie is ontwikkeld. Centraal staat daarbij het op
vangen van de te verwachten sterke bevolkings
groei. In deze nota zijn de maatregelen aangegeven
voor het inrichten van het leefmilieu, waarbij de
regering de periode tot het jaar 2000 in haar be
schouwingen heeft betrokken. Men geeft een visie
van de ruimtelijke situatie in ons land omstreeks
de komende eeuwwisseling. Nederland zal dan cir
ca 20 miljoen inwoners hebben met een bevolkings
dichtheid van ruim 600 inwoners per km2 (thans
375 inwoners). Uit een kaartbijlage blijkt hoe de re
gering deze bevolkingsgroei denkt op te vangen,
waarbij naar de huidige inzichten op de beste wijze
rekening is gehouden met de ontwikkeling en met
de wensen en verlangens omtrent de toekomstige
samenleving.
De ruimtelijke ontwikkeling van Nederland is niet
los te zien van de ligging van ons land in Europa.
De ontwikkeling over de grenzen dient mede als
basis voor de nationale ruimtelijke ordening. Ne
derland ligt centraal ten opzichte van de activi
teiten in het continentale West-Europa. Derhalve is
en blijft de tendentie tot grote bevolkingsconcen
traties in Nederland aanwezig. Deze verwachting is
onder meer gebaseerd op het vooruitzicht dat in
afzienbare tijd binnen de landen van de E.E.G. vrije
vestiging zal bestaan. Uit planologisch oogpunt
spreekt de regering haar voorkeur uit voor een
verruiming van de werkgelegenheid in de landen
van Zuid-Europa.
De spreiding van de bevolking over de lands
delen was in het verleden vrij ongelijkmatig. Door
de veranderingen in de regionale huwelijksvrucht
baarheid en de binnenlandse migratie is de situatie
weliswaar veranderd, maar nog steeds is de bevol
kingsverdeling erg onregelmatig. Onder de lijn
AlkmaarArnhem ligt een sterk verstedelijkt ge
bied met 9 miljoen mensen en daarboven wonen
er slechts 3 miljoen.
Op grond van demografische en economische
verwachtingen wordt waarschijnlijk geacht, dat in
het jaar 2000 deze cijfers 15 respectievelijk 5 mil
joen zullen zijn. Omdat de bestaande ongelijkmatig
heid hierdoor niet is veranderd, stelt de regering
zich voor te streven naar een betere bevolkings
verdeling namelijk 14-6 miljoen.
1965 voortzetting versterkte
tendentie spreiding
Noord (Groningen, Fries
land, Drenthe)
Oost (Overijssel, Gel
derland)
West (Holland, Utrecht)
Zuid (Noord-Brabant en
Limburg)
Zuidwest (Zeeland)
Zuidelijke IJsselmeerpol-
ders
Nederland
1,3 2%
8'/2 I
43A
13%
1%
11%
12,1 20
20
Het streven zal allereerst gericht zijn op het sti
muleren van de groei van het noorden en bepaalde
delen van Overijssel. De overloop van het noorde-
84