wordt gehalveerd. Deze halvering is ingaande me dio januari jl. van toepassing geworden. grote animo voor nieuwe leningen De daling van de rente heeft zich in de eerste plaats en op de meest spectaculaire wijze op de leningmarkt afgetekend. Wanneer men de maande lijkse koerstabel er op naziet, die zoals gebruikelijk aan het einde van dit overzicht is afgedrukt, dan kan men zien, dat de koersstijging der staatsfond sen zich in januari in versterkte mate heeft voort gezet. Daarbij konden de koersen over de gehele linie met twee a drie punten stijgen, waarbij de eerste 7% Staatslening van 1966 op een niveau kwam van circa 103% terwijl het koersverschil met de tweede 7 lening van de Staat zich steeds meer versmalde. Maar eigenlijk heeft de Bank voor Nederlandsche Gemeenten de spits afgebeten door eerst, bij wijze van proefballon, een 6% %-lening tegen 981/2 tot een bedrag van slechts 100 miljoen te emit teren en vervolgens, na het grote succes dat die eerste lening oogste, onmiddellijk een tweede 6% lening te emitteren tegen 991/2 bij een leningbedrag van ten minste 150 miljoen en ten hoogste 200 miljoen. Ook voor die tweede lening bleek een zeer grote animo te bestaan en moest nog een sterke reductie op de inschrijvingen bij de toewijzing worden toegepast, ondanks het feit, dat het leningbedrag inderdaad van 150 tot 200 mil joen werd verhoogd. Het staat bovendien vast dat niet aan de bestaande beleggingsbehoeften kon worden voldaan en het ziet er dan ook naar uit, dat een volgende overheidslening tegen nog weer voordeliger voorwaarden voor de emittent zal kun nen worden uitgegeven. Het spreekt vanzelf dat, onder de invloed van de geschetste ontwikkeling, de belangstelling voor de laagrentende en met een aanzienlijk disagio no terende leningen eveneens belangrijk is toegeno men. Dit verschijnsel kan men steeds in een tijd van rentedaling waarnemen, omdat de koerswinst die bij aflossing evenals bij verkoop kan worden verkregen, vrij is van inkomstenbelasting. Voor de pandbrieven van de grote hypotheekbanken trad eveneens een levendige vraag aan de dag. rente zal geleidelijk dalen Overigens mag er in dit verband op worden ge wezen, dat algemeen de opvatting wordt gehuldigd, dat het proces van de rentedaling zich geleidelijk zal voltrekken en de rentedaling dit jaar toch nog van betrekkelijk bescheiden omvang zal blijven. Een spoedige terugkeer tot een veel lagere rente stand, b.v. van 5 wordt voorlopig niet waar schijnlijk geacht, zeker niet, indien de conjunctuur terugslag, naar veelal wordt aangenomen, slechts een voorbijgaand karakter zou dragen en tot slechts enkele bedrijfstakken beperkt zou blijven. In deze richting wijzen ook de maatregelen, die intussen door de overheid zijn genomen tot bestrijding van de werkloosheid, voor welk doel reeds twee maal een bedrag van 100 miljoen is uitgetrokken. Veel belangrijker dan de grootte van die steunverlening op zichzelf en de op zichzelf bescheiden monetaire injectie die daaruit zal voortvloeien, is het psycho logische effect dat daarvan uitgaat, daar immers mag worden geconcludeerd, dat de instanties niet in lijdzaamheid zullen blijven toezien, indien een ernstiger economische achteruitgang mocht dreigen in te treden. Maar anderzijds staat het evenzeer vast, dat dientengevolge de ontspanning van de economie en de ontspanning op de geld- en kapi taalmarkt, in het bijzonder als gevolg van zulke maatregelen, veel geleidelijker tot stand zal komen, waardoor de rentedaling ongetwijfeld ook zal wor den afgeremd. Aan de andere kant is het best mo gelijk dat de gecoördineerde internationale actie tot renteverlaging nog een grotere rentedaling zal kun nen bewerkstelligen dan anders zou kunnen intre den, waarbij men evenmin vergeten mag, dat die samenwerking eveneens berust op het streven, een conjuncturele depressie te voorkomen. ultimo krapte bij de banken Hierboven bespraken wij reeds de gedragslijn van de schatkist ten aanzien van de plaatsing van schatkistpapier en de grote kooplust die daarvoor de afgelopen maand bestond. In het licht daarvan is het echter merkwaardig te moeten vaststellen, dat toch weer aan het einde van januari bij de Ne derlandsche Bank voorschotten in rekening-courant tot een bedrag van niet minder dan 381 miljoen 65

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1967 | | pagina 31