administratieve kanttekeningen In de circulaire van 18 januari 1967, opgenomen in documentatie onder codenummer 3.20, wordt mededeling gedaan van het feit, dat het aantal aan- gesloten banken, dat per dag meer dan één witte, gele of blauwe tellijst naar ae Centrale Bank zendt, steeds omvangrijker wordt. Hierdoor is het door de afdeling Boekhouding van de Centrale Bank te verwerken aantal posten sterk toegenomen, wat een aanzienlijke vermeerdering van de werkzaam heden betekent. Teneinde het aantal te verwerken posten te be perken, worden de aangesloten banken verzocht de afzonderlijke totalen van de onderscheiden tel- lijsten te recapituleren op een aparte tellijst, d.w.z. een witte „recapitulatietellijst" van de afzonderlijke totalen van de witte tellijsten, een gele van de gele en een blauwe van de blauwe tellijsten. De gemaak te recapitulatietellijsten worden boven op de afzon derlijke lijsten vastgeniet. In de circulaire wordt tevens nog in herinnering gebracht, dat volle tellijsten met een subtotaal kun nen worden overgebracht naar een nieuwe tellijst en dan doorgeteld kunnen worden naar een eind- totaal. In dit artikel worden verschillende aspecten be treffende dit onderwerp nog eens nader toegelicht. banken met bijkantoren Bij het merendeel van de banken met bijkantoren is het de goede gewoonte, dat de giro-opdrachten van een dag zowel op het hoofdkantoor als op het bijkantoor tijdens of na de zitting volledig worden klaargemaakt, inclusief de te vervaardigen tellijs ten. De benodigde boekingsstukken voor de eigen boekhouding zijn geheel gereed gemaakt om in de boekhouding te worden verwerkt, terwijl ook de uitgaande post voor Centrale Bank enz. zo goed mogelijk is gereed gemaakt. Indien de afzonderlijke totalen van de tellijsten ook als zodanig in de boekhouding tot uitdrukking worden gebracht, dan zal dit ook voor de bank een toeneming van het aantal te boeken posten op de rekening „Centrale Bank" of in het dagboek inhou den. Wordt nu uitsluitend voor de boekhouding van de Centrale Bank een recapitulatie gemaakt voor de verschillende soorten tellijsten, dan zal dit te vens betekenen (naast de toeneming van de pos ten), dat de controle van het boeksaldo Centrale Bank met het saldo van het dagafschrift van de Centrale Bank relatief meer tijd gaat kosten. Op het dagafschrift van de Centrale Bank worden na melijk alleen de totalen van de recapitulatielijsten vermeld. De controle op het saldo van de Centrale Bank zal slechts kunnen geschieden door ook de afzonderlijke tellijsten te raadplegen. Het is derhalve aan te bevelen dat de recapitu latietellijsten in tweevoud worden opgemaakt, na melijk één voor de Centrale Bank en één voor de eigen boekhouding. Vanaf de recapitulatie wordt de boekhouding bijgewerkt. Om vergissingen te voor komen raden wij aan bovenaan de kop van de „re capitulatietellijst" duidelijk te vermelden, dat het een recapitulatie betreft. Gaat men op bovengenoemde wijze te werk, dan trekt zowel de lokale bank als de Centrale Bank hiervan profijt. Door deze recapitulatietellijsten zal namelijk het aantal te boeken posten op de reke ning „Centrale Bank" aanzienlijk worden terugge bracht, terwijl het controleren van het boeksaldo Centrale Bank met het saldo, dat het dagafschrift van de Centrale Bank aangeeft, veel minder tijd zal vergen. banken zonder bijkantoren De onder „banken en bijkantoren' beschreven werkwijze is ook voor deze banken zeer wel bruik- 52

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1967 | | pagina 18