zich, voornamelijk als gevolg van de gedaalde winstmogelijkheden, een voortgaand interingspro- ces voordeed. Dank zij de Crisiskredietregeling (1934) konden overigens volwaardige midden- standsbedrijven, welke uitsluitend tengevolge van crisisomstandigheden in liquiditeitsmoeilijkheden waren geraakt, kredieten ontvangen. Hiermede was echter niet het gebrek aan voldoende zekerheden verholpen. Ten einde een oplossing te vinden voor dit probleem, werden op initiatief van het Rijk en veelal in samenwerking met gemeenten en midden standsverenigingen regionale middenstandsfondsen gesticht. Deze hielden zich niet alleen bezig met garantieverlening, maar ook met bedrijfseconomi sche- en boekhoudkundige adviezen. Het Rijk nam 50 van de garantie voor verliezen op rentege- vende voorschotten voor haar rekening. In 1936 werd hiertoe voor het eerst een begrotingspost opgenomen. Op deze wijze is een ontwikkeling in gezet die geleid heeft tot een grote verscheiden heid van kredieten voor de middenstand onder ge hele of gedeeltelijke garantie van het Rijk. uitbreiding in de vijftiger jaren Na de oorlog zijn voor veel kleine en middel grote bedrijven opnieuw moeilijkheden ontstaan. Voortgaande prijsstijgingen, beperking van het le verancierskrediet, slechte betaling door afnemers en bijzondere belastingaanslagen gaven aanleiding tot het ontstaan van liquiditeitsmoeilijkheden. Er werden verschillende kredietregelingen in het leven geroepen. De kwestie van kredietgaranties voor de mid denstand werd met name urgent in de vijftiger ja ren, toen bleek dat het midden- en kleinbedrijf gro te investeringen moest verrichten ten einde haar positie in een zich snel veranderende maatschap pij te kunnen 'handhaven. Naast de bestaande regionale en bijzondere borgstellingsfondsen werd in 1955 een Stichting Algemeen Waarborgfonds voor de Middenstand opgericht, dat aanvankelijk twee kredietvormen kende, namelijk het hypothecair krediet en het in richtingskrediet. activiteiten van het Algemeen Waarborgfonds voor de Middenstand Het Algemeen Waarborgfonds voor de Midden stand heeft gedurende haar tienjarig bestaan grote activiteit aan de dag gelegd. Zo werd in totaal voor ruim f 78 miljoen aan garanties verstrekt. Er werden 2000 nieuwe bedrijven geïnstalleerd en 1800 ondernemers door middel van kredietgaran ties tot overname in staat gesteld. kredieten met garantie van het Rijk door bemidde ling van het Algemeen Waarborgfonds voor de Mid denstand inrichtings- hypothecair krediet krediet aan- bedrag aan- bedrag tal (x 1000) tal (x f 1000) 1955 48 881 4 138 1956 160 2.722 32 734 1957 246 4.251 67 1.777 1958 229 4.062 61 1.610 1959 256 4.940 83 2.097 1960 309 6.546 92 2.940 1961 369 8.931 93 3.344 1962 275 6.858 46 1.719 1963 269 7.826 37 1.872 1964 293 10.482 65 4.704 1965 eerste halfj. 167 6.357 79 6.312 Verhoging van het prijzen en kostenpeil en de schaalvergroting hebben ertoe geleid, dat de aan gevraagde kredieten in omvang sterk zijn toege nomen. Zo was het gemiddelde inrichtingskrediet in 1964 ruim tweemaal zo groot als in 1956, het gemiddelde bedrag aan gegarandeerde hypothe caire kredieten was ruim driemaal zo groot. In 1965 kreeg het Algemeen Waarborgfonds voor de Middenstand een nieuwe kredietvorm ter be schikking, namelijk het vestigingskrediet. Dit kan worden verstrekt aan hen, die zich voor de eerste maal als ondernemer willen gaan vestigen en over een zeer gering bedrag aan eigen middelen be schikken, zodat zij niet voor een normaal krediet in aanmerking komen. 46

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1967 | | pagina 12