een goed schip
Het opschrift boven dit artikel wil aangeven, dat onze economie bij de aanvang van 1967 de wind
minder dan tot voor kort pal achter in de volle zeilen heeft, maar dat wat scherper bij de wind ge
varen moet worden. Er moeten misschien zelfs een paar streken gelaveerd worden, omdat het doel
niet altijd linea recta bereikbaar is.
Dat vereist een goed schip met een goede bemanning en een goede tuigage. Met een dergelijk schip
is onze organisatie, aangesloten banken en Centrale Bank, thans begin 1967 zeker te vergelijken en
wij twijfelen er niet aan of, wat dat betreft, de vaart in ons schip zal blijven. De huizenhoge stalen
staketsels van de nieuwe aanbouw van de Centrale Bank en de tientallen nieuwe kantoren, die op tal
van plaatsen voor de aangesloten banken gebouwd worden, zij zijn even zovele uiterlijke tekenen
van de doorgaande groei en vitaliteit van onze organisatie.
Onze kracht 'is, evenals in vorige jaren, weer iets verder geconcentreerd. Er hadden vijf fusies tus
sen banken plaats, waardoor het totaal der aangesloten banken verminderde met vijf tot 666. Dit is
langzamerhand een verschijnsel, dat juist wegens zijn ongeforceerdheid ons normaal aan doet. Niet
onvermeld mag hierbij blijven, dat in 1967 een vijftal (spaar-) banken van buiten onze organisatie een
fusie met een van onze banken aanging. Ook daarover verheugen wij ons.
leder jaar opnieuw kunnen wij gelukkig vele feiten vermelden, waaruit blijkt, dat onze banken ver
der voortschrijden op de weg die leidt naar de bank, die volkomen aan de eisen des tijds is aangepast.
Laten we daarbij maar vergeten, dat we die weg vermoedelijk al heel lang geleden begonnen zijn en
laten we voor het moment ook maar even vergeten, dat het een weg zonder einde is: de eisen des
tijds zullen zich wel voortdurend blijven wijzigen! Concentreren wij ons daarom thans op het heden!
In het afgelopen jaar gingen 69 banken over op een gemechaniseerde administratie In totaal zijn er
thans 414 „gemechaniseerde" banken, terwijl er tientallen banken zijn, die min of meer vergevorderde
plannen hebben in die richting. Op nog „hoger" administratief niveau, dat van de computer, zouden
ook vele goede dingen te melden zijn, ware het niet, dat dit een algemeen beschouwend en geen tech
nisch artikel is. Een klein aantal banken trekt reeds direct profijt van de elektronische apparatuur van
de Centrale Bank, maar indirect komt het nut van onze computer toch reeds ten goede aan alle ban
ken, daar de Centrale Bank voor haar werkzaamheden de computer schier dag en nacht bezig houdt.
Wanneer straks het stalen geraamte van onze nieuwbouw is uitgegroeid tot een volwassen kantoor
gebouw, zal het daarin te vestigen computercentrum nog veel meer van zich doen horen!