enigszins lager dan in 1965 392,8 miljoen). Weliswaar was 1965 in dit opzicht een recordjaar, maar achter de geringere stijging van het spaaroverschot in 1966 doet zich de werking vermoeden van de factoren, die tot de bovenaangeduide vertraging in de conjuncturele ontwikkeling hebben geleid. Ook andere spaarinstellingen in ons land zagen hun spaargelden in 1966 minder toenemen dan in 1965. Wat de raiffeisenbanken betreft, is de geringere toeneming van de spaargelden een gevolg van de iets lagere besparingen in de plattelands- en semi-stedelijke gebieden. In de stedelijke gebieden kon echter een grotere aanwas dan in 1965 geconstateerd worden. Vermoedelijk staat dit in verband met het feit, dat ook in 1966 het aantal vestigingspunten in de steden is uitgebreid. Hoewel 1966 de prestatie van 1965 niet heeft kunnen evenaren, kan de behaalde spaaraanwas van 353,4 miljoen toch alleszins tot tevredenheid stemmen. Samen met de bijgeschreven rente ad circa 175,0 miljoen zijn de spaargelden bij de raiffeisenbanken met 528,4 miljoen gestegen tot rond 5.365,0 miljoen. De andere component in de toevertrouwde gelden, de creditsaldi in rekening-courant, heeft in 1966 eveneens tot de stijging van die gelden bijgedragen. De creditsaldi namen toe met circa 70,0 mil joen (v.j. 84,9 miljoen), waardoor het totaal van deze saldi per ultimo 1966 ruim 665,0 miljoen be droeg. Deze stijging is mede een gevolg van het toenemend rekening-courantverkeer. Bij bedrijven en par- ticul.eren veranderen de betaalgewoonten in steeds sterkere mate ten gunste van de betaling via re kening-courant. Girale loonbetaling door bedrijven en het aanhouden van een privé-rekening-courant naast een spaarrekening door particulieren ontwikkelen zich al meer tot een goede gewoonte. niet te scherp varen Een waar record bereikte in 1966 de omvang van de kredietverlening. De uitzettingen namen in to taal toe met circa 445,0 miljoen (v.j. 307,1 miljoen). Het leeuwedeel van dit bedrag werd gevormd door de toeneming van de post hypotheken natuurlijke personen, namelijk circa 315,0 miljoen, ter wijl de rest verstrekt werd in de vorm van debetsaldi in rekening-courant, voorschotten zonder hypo theek en leningen. Evenals het voorgaande jaar maakte de verstrekking aan agrariërs rond 40% uit van het totaal. Het grootste deel van de nieuwe posten werd aan niet-agrariërs verstrekt. Globaal de helft daarvan werd opgenomen voor bedrijfsdoeleinden en de andere helft voor doeleinden in de per soonlijke sfeer, hoofdzakelijk voor de woningbouw. De grote expansie op het gebied van de kredietverlening is, bij alle voldoening die zij geeft, helaas niet zonder schaduwzijde. Wij denken hier aan 1964, toen de liquiditeitspositie van onze organisatie door de al te sterke groei der uitzettingen in gevaar dreigde te geraken. Tijdig is toen ingegrepen door het scherper stellen van de dispensatieregeling. Dankzij die ingreep kon in november 1965 de dis- pensat.eregeling weer enigszins verzacht worden, omdat toen het evenwicht tussen de middelen en de uitzettingen weer hervonden was. Het is van het grootste belang, dat dit evenwicht in het komende jaar niet weer verstoord zal wor den. Het tempo, waarin de uitzettingen in 1966 zijn gestegen, zal in 1967 in .eder geval vertraagd moeten worden, want dit tempo is beslist te hoog. Het is in het belang van de gezonde liquiditeit van onze organisatie, dat in de komende tijd ieder der aangesloten banken z.ch zelf een wijze, maar des noods strenge beperking oplegt bij het doen van uitzettingen. Men bedenke, dat gedwongen beperkin gen, opgelegd door een verscherpte dispensatieregeling of door de Nederlandsche Bank, altijd min der prettig te dragen zijn dan beperkingen, die men zich zelf oplegt. De Centrale Bank hoopt de ver ruimde dispensatieregeling van november 1965 te kunnen handhaven, doch dit zal alleen mogelijk zijn indien de aangesloten banken zelf vrijwillig het doen van uitzettingen enigszins gaan afremmen. In dit opzicht vare men dus niet te scherp, maar zoeke men uit eigen beweging .ets meer de lij-zijde, opdat het schip van onze organisatie in ruim vaarwater blijve.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1967 | | pagina 6