-1
verloop zal echter in februari a.s. opnieuw over
leg terzake worden gepleegd.
verlichting voor de banken
Ten einde de druk van de verplichte deposito
storting zonder rentevergoeding te verlichten heeft
de Nederlandsche Bank intussen toch in zoverre
een wijziging aangebracht, dat ingeval van slechts
geringe overschrijd,ng van het kredietplafond de
omvang van de depositostorting zal worden ge
halveerd, indien de collectiviteit van handelsban
ken en landbouwkredietbanken de norm met min
der dan 2% overschrijdt. Deze halvering wordt
reeds per medio januari 1967 toegepast, daar de
overschrijding van de norm gedurende de voor de
depos tostorting 1 januari/februari relevante pe
riode beneden de genoemde grens is gedaald. Uit
deze maatregel blijkt op zichzelf naar het ons voor
komt reeds, dat de Nederlandsche Bank de om
standigheden iets minder gespannen acht en zo
gauw de economische omstandigheden dat toela
ten, de kredietbeperking zal willen opheffen. Het is
zelfs denkbaar, dat zulks op een bepaald ogenblik
doelbewust zal geschieden om tegenwicht te bie
den tegen een te sterk teruglopende conjunctuur.
De tekenen nemen in elk geval toe, dat met de
jongste staatslening het tijdperk van super-hoge
rente is afgesloten en in de loop van 1967 een
geleidelijke rentedaling, zij het wellicht nog van
beperkte omvang, zal kunnen intreden. Bij het
schrijven van dit overzicht werd ook in financiële
kringen verwacht, dat de Bank voor Nederlandsche
Gemeenten van de ingetreden ontspanning ge
bruik zou maken om een lening met een 6%%
rentevoet uit te geven (een verwachting, die in
tussen werd bewaarheid).
mutaties bij de jaarultimo
Wij merken op, dat de afvloeiing van deviezen
naar het buitenland, verband houdende met de de-
ficitaire stand van de betalingsbalans, vrijwel ge
heel ten laste van het buitenlands actief der ban
ken is geschied en niet ten laste van de officiële
fonds- en deviezenvoorraad. Dat blijkt uit de week
staat van de Nederlandsche Bank per 27 december
jl., volgens welke de goud- en deviezenvoorraad
per 27 december 1966 7406 m.ljoen beliep tegen
7459 miljoen een jaar tevoren.
De stijging van de geldbehoefte weerspiegelt
zich overigens in een uitbreiding van de bankbil-
jettencirculatie per genoemde datum tot 8314
miljoen tegen 7753 miljoen op 27 december 1965.
Ten opzichte van einde november nam de bankbil-
jettencirculatie in de afgelopen maand met rond
300 miljoen toe.
Het tegoed van het bankwezen bij de Neder
landsche Bank was einde december met een totaal
van 60 miljoen wel bedroevend klein, doch dit
is een geheel normale ontwikkeling nu de over
schrijding van het kredietplafond zeer gering is
geweest en in zware ultimobehoeften moest wor
den voorzien. De banken zijn er ook in geslaagd
het bedrag der bij de circulatiebank opgenomen
voorschotten :n rekening-courant zeer beperkt te
houden. Het totaal daarvan bedroeg slechts 64
miljoen tegen 39 miljoen op 28 november jl.
Anderzijds was het saldo van het Rijk bij de Ne
derlandsche Bank tot ƒ197 miljoen per 27 decem
ber ingekrompen tegen 373 miljoen einde no
vember.
De 250 miljoen, die per medio januari op grond
van de stortingen op de nieuwe staatslening naar
de schatkist zijn overgeheveld, zullen, tezamen
met verdere belastingbetalingen, wel weer tot een
verruiming van de liquiditeitspositie van het Rijk
bijdragen. Voorts dient in aanmerking te worden
genomen, dat het Rijk erin is kunnen slagen in
december voor ruim 200 miljoen aan schatkist-
papier te plaatsen, waarin de banken derhalve
hun beschikbare liquide reserves hebben geïnves
teerd met het oog op de aantrekkelijke rentever
goeding die hierdoor wordt verzekerd, terwijl de
aldus belegde gelden praktisch toch te allen tijde
liquide kunnen worden gemaakt, indien daaraan
behoefte bestaat.
Met spanning wordt nu afgewacht, hoe de tar-
rieven zich op de geldmarkt in de eerstkomende
maanden zullen ontwikkelen. Internationaal kan
een lichte daling van de tarieven op geld- en dis-
contomarkt worden waargenomen en de verlaging
van het disconto waartoe West-Duitsland in de
eerste week van het nieuwe jaar is overgegaan,