open kapitaalmarkt behoeven te doen, hetgeen
uiteraard een daling van de rente in de hand zal
werken.
nog ruimte voor nieuwe lening
Zoals men weet heeft de overtekening van de
7 Staatslening alle vorige records geslagen en
werd voor niet minder dan f 6500 miljard inge
schreven, wat neerkwam op een overtekening van
26.000 maal. Bij de toewijzing is een nieuw sy
steem gevolgd, ten einde tegemoet te komen aan
de bezwaren, die een zuiver procentuele toewij
zing voor het gehele inschrijvingsbedrag in het
verleden van de zijde der kleinere inschrijvings
kantoren steeds ontmoette. Volgens het thans
toegepaste stelsel werd aan de inschrijvingskan
toren op bedragen tot 250.000,de helft toe
gewezen, terwijl daarboven slechts 0,0027% werd
toegewezen van het bedrag, waarmee genoemde
250.000,werd overtroffen. Dat het ingeschre
ven bedrag buiten alle verhouding stond tot de
werkelijke behoefte van de beleggers blijkt wel
uit het feit, dat die behoefte op ten hoogste 400
a 500 miljoen werd geraamd.
Hoofdzaak is voor de verdere ontwikkeling dat
het in elk geval vaststaat, dat de voor belegging
in de risico mijdende sector van de kapitaalmarkt
braak liggende middelen, ook na de storting die
op 16 januari 1967 moest geschieden, nog zeker
een paar honderd miljoen uitmaken. Daaruit volgt
dus dat er ook nog behoorlijke ruimte overbleef
voor een nieuwe lening en de Bank voor de Ne
derlandse Gemeenten heeft daarover dan ook geen
gras laten groeien.
vooruitzichten voor renteverloop
Het doet bij oppervlakkige beschouwing enigs
zins tegenstrijdig aan dat met zie onze maan
delijkse koerstabel de oudere 7% lening 1966
einde december 101 7/8 noteerde, derhalve 1/4
punt lager dan op 1 december jl. Men dient deze
reactie echter louter te zien in het licht van de
jongste leningoperatie, die de staatsfondsenmarkt,
zoals gebruikelijk, onder druk zette. Dat de stem
ming in wezen uitgesproken vast is gebleven, kan
men zien aan de koersen der andere staatslenin
gen, zoals die van de 6%% Nederland 1966 die
1 punt hoger noteerde, de 5% lening 1964 die
welhaast 11/2 punt is gestegen in december en de
21/2% Grootboekschuld, die nagenoeg 2 punten
opliep.
Het ligt overigens in de lijn van de verwachtin
gen dat de vertraging van de conjunctuurgroei de
vraag naar nieuw investeringskapitaal zal tempe
ren en aldus een rentedaling in de hand zal wer
ken. Bedenkt men daarnaast dat voor het tekort
op de lopende rekening van de betalingsbalans,
voor 1966 laatstelijk geraamd op 800 miljoen, dit
jaar een overschot van naar raming 300 miljoen
in de plaats zal treden, dan is er ook hierom aan
leiding met een ontspanning op de geld- en ka
pitaalmarkt rekening te houden. Immers zullen nu
uit dien hoofde middelen naar ons land toevloeien
en het liquiditeitenreservoir vergroten.
kredietbeperking voor gemeenten
Om een stijging van de vlottende schuld der
gemeenten af te remmen, heeft de Nederlandse
Bank overigens een grens gesteld aan de expansie
van de kredietverlening door het bankwezen aan
de lagere overheid. Daartoe heeft de circulatie
bank aan het bankwezen verzocht korte krediet
verlening aan de lagere overheid voorshands niet
te doen uitgaan boven 105% van de stand per
ultimo juli 1966, de datum, waarop de korte kre
dietverlening van de collectiviteit der banken aan
de lagere overheid de hoogste stand in de laatst-
bekende 12-maandsperiode bereikte.
De kredietrestrictiemaatregelen aan het bank
wezen in het algemeen worden voorlopig nog ge
continueerd. De norm voor de in de eerste vier
maanden van 1967 toegestane kredietexpansie is
nu vastgesteld op 4% van de gemiddelde stand
der toelaatbare kredietverlening in het laatste
kwartaal van 1965, welke als basisperiode voor
de kredietbeperking geldt. De norm voor de lo
pende periode is precies gelijk aan die voor de
laatste vier maanden van 1966. Bij de vaststelling
van deze beperking is rekening gehouden met de
seizoenmatige stijging der kredietverlening in de
eerste vier maanden van het jaar. In verband met
de onzekerheid ten aanzien van het conjunctuur-
24