Met name zijn op het terrein van de harmonisatie van de belastingen en de veterinaire bepalingen nog weinig vorderingen gemaakt. Dit betekent on der meer dat er bij invoer in West-Duitsland op ei eren en varkensvlees nog een zogenaamde Um- satz-Ausgleichsteuer blijft bestaan. In dit verband zal in Nederland bij uitvoer van pluimveeprodukten ook restitutie van omzetbelasting op pluivee- voerders moeten worden verleend. Toch zal de afschaffing van het systeem van in- traheffingen bij de overgang naar de gemeenschap pelijke markt per 1 juli a.s. de bestaande verschil len in concurrentiepositie verder doen verminderen. Waar volgens LEI-berekeningen de kostprijs in Ne derland lager zal liggen dan in West-Duitsland, opent dit voor onze pluimveesector zeker perspec tieven. Inmiddels heeft de export van pluimveehouderij- produkten in de eerste 9 maanden van dit jaar 406 miljoen opgebracht, dat is 3,7 meer dan in dezelfde tijd van vorig jaar. De uitvoer van con sumptie-eieren is echter iets gedaald. zuivel Op 1 april 1968 zal het gemeenschappelijk zui velbeleid in de E.E.G. in werking treden. Wil Ne derland zijn belangrijke positie op de exportmarkt behouden en versterken dan is een reorganisatie binnen de zuivelindustrie noodzakelijk. Er zijn bin nen en buiten de E.E.G. belangrijke ontwikkelingen aan de gang. In dit verband heeft de voorzitter van de F.N.Z. nog eens de aandacht gevestigd op de conclusies van het concentratierapport van deze top-organisatie van het coöperatieve zuivelwezen. Aanbevolen wordt per bondsgebied de melk in één hand te brengen, door één coöperatieve vereniging te maken waarvan alle veehouders direct lid zijn en dezelfde melkprijs ontvangen. Deze vereniging zou dan alle zuivelfabrieken moeten exploiteren en met de andere bonden de verkoop van de produkten verzorgen. Op deze wijze zouden tegenstellingen worden opgeheven en zou een optimaal verwer kingsapparaat kunnen worden opgebouwd, waar bij de voordelen van het grote bedrijf en de spe cialisatie volledig kunnen worden gerealiseerd. Doordat produktie en afzet zijn gebundeld, is af stemming van de produktie op de markt direct aan wezig. Het is duidelijk dat het bereiken van dit doel nog veel werk zal vragen en vooral bereidheid van gevormde eigen belangen afstand te doen. Gevreesd moet worden dat de autonomie van de verenigingen een snelle uitvoering van beslissin gen die het belang van de veehouders vereisen, in de weg zal staan. akkerbouw De betekenis van de akkerbouw voor onze na tionale economie komt minder tot uiting in de bij drage aan de handelsbalans, doch is meer gericht op de binnenlandse voorziening. Toch beloopt de export van tal van produkten, zoals consumptie- en pootaardappelen, aardappelmeel, strokarton, zaden, vlas en uit granen verkregen produkten, een zeer aanzienlijk bedrag. Inmiddels tracht de boer thans zijn bouwplan voor 1967 weer zodanig samen te stellen dat een zo rendabel mogelijke bedrijfsvoering wordt ver kregen. De mogelijkheden van het E.E.G. markt- en prijsbeleid zijn echter zeer beperkt. De E.E.G.- graanprijzen, die met ingang van 1 juli 1967 gaan gelden, bieden voor de tarwe en de gerst geen mo gelijkheden tot verhoging. Veeleer moet worden gevreesd dat de volkomen vrije toegang van de Franse tarwe tot onze markt een druk zal leggen op de prijsvorming. In hoeverre de suikerbietenprijs nog zal worden verhoogd, moet worden afgewacht. Voor de campagne 1968 kan het prijspeil van de „vette bieten" in ieder geval nog met 2,50 per ton worden verhoogd. Het vlas biedt weinig perspectief. Het overschot uit de oogst 1964 heeft de prijs sterk doen dalen. Men verwacht thans een sterke inkrimping van het areaal. Hier kan alleen verbetering worden ver wacht wanneer de steunmaatregelen in de drie vlasproducerende landen, Frankrijk, België en Ne derland, worden gelijkgeschakeld. De graszaadteelt heeft eveneens nog steeds te kampen met concur rentie vervalsende maatregelen in Frankrijk en Duitsland. Bovendien wordt de rentabiliteit van dit gewas ongunstig beïnvloed door steeds stijgende kosten en scherpere concurrentie op de internatio- 362

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 8