reservoir wordt onttrokken en bij een overschot daaraan wordt toegevoegd. slechts klein tekort op totale rekening Terwijl dus het grote tekort op de lopende reke ning van de betalingsbalans de noodzakelijkheid van een vermindering der nationale bestedingen zonder meer onderstreept, is het toch tegelijkertijd min of meer geruststellend, dat er voor het lopende en kapitaalverkeer tezamen in de eerste negen maanden van 1966 slechts een tekort is geweest van 24 miljoen tegen een overschot van 275 miljoen in de overeenkomstige periode van het vorige jaar. Het particuliere kapitaalverkeer kwam in het derde kwartaal uit op een overschot van 55 mil joen, toevallig evenveel als in het derde kwartaal van 1965. Uit de netto verkoop van buitenlandse effecten werd 84 miljoen ontvangen (waarvan 68 miljoen in het beursverkeer) en uit de verkoop van binnenlandse effecten (waarbij f 21 miljoen in het beursverkeer werd ontvangen) netto f 16 mil joen. Directe investeringen in het buitenland verg den f 52 miljoen, waartegenover de netto krediet verlening op lange termijn 29 miljoen naar ons land deed vloeien. Het totale verkeer van do niet-monetaire sectoren leidde in het derde kwartaal tot een overschot van f 129 miljoen, waardoor het tekort van deze sec toren in de eerste negen maanden werd terugge bracht tot 511 miljoen. Het bankenverkeer, met inbegrip van de mutatie in de netto deviezenreserve van de deviezenbanken, leverde in het afgelopen kwartaal een overschot van 123 miljoen op tegen 121 miljoen in het derde kwartaal van 1965; ook hier dus slechts een geringe afwijking. repatriëring van bankgelden Beziet men de door het C.B.S. gepubliceerde gegevens omtrent de omvang van de monetaire re serves, waaronder wij verstaan de goud- en devie zenvoorraden van de Nederlandsche Bank plus het netto buitenlands actief van de handelsbanken, dan blijkt, dat deze laatste dit jaar aanzienlijke mid delen hebben gerepatrieerd. Die terugtrekking van middelen uit het buitenland geschiedde ongetwij feld voor een belangrijk deel om aan de toene mende geldschaarste het hoofd te bieden. Daar naast heeft ook de stijging van de rente hier te lande een rol gespeeld, daar de aantrekkelijkheid van tijdelijke belegging in het buitenland daardoor aanzienlijk verminderde. Terwijl het bedoelde totaal aan monetaire reser ves is verminderd van 9709 miljoen per einde december 1965 tot 9072 miljoen einde juni 1966, trad er weer een stijging in tot 9107 miljoen per einde augustus en f 9238 miljoen per einde sep tember jl. Parallel daarmee nam het netto buiten landse actief van de handelsbanken af van 1009 miljoen einde 1965 tot f 646 miljoen einde juni 1966 en 347 miljoen einde augustus jl. Daarna volgde evenwel weer een stijging tot 562 miljoen, geheel in overeenstemming met de relatieve verbetering van de betalingsbalans, hierboven door ons be sproken. 385

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 31