spaarbedrag naar grootte van het inkomen
(antwoorden in procenten van het aantal gezinnen, dat een spaartegoed van 200 of meer bezat)
Gezinsinkomen in dollars
Spaargedrag totaal 3.000 of 3.000- 5.000- 7.500- 10.000 of
minder 4.999 7.499 9.999 meer
Uitsluitend inlage(n)
31
17
33
39
32
28
Geen terugbetaling, geen inlage
7
23
9
6
5
4
Inlage(n), 1 of 2 terugbetaling(en)
36
17
35
35
35
44
Inlage(n), 2 of meer terugbetalingen
10
5
5
9
17
10
Geen inlage, 1 of 2 terugbetaling(en)
7
19
12
4
5
4
Geen inlage, 2 of meer terugbetalingen
3
13
3
2
2
Niet vast te stellen
6
6
3
5
6
8
Totaal 100 100 100 100 100 100
Uit deze tabel kan men o.a. het volgende afleiden:
1. Het percentage ondervraagden, dat in het be
trokken jaar geen enkele mutatie op de spaar
rekening vermeldde, neemt af als het inkomen
toeneemt.
2. Het gebruik van de spaarrekening als „revol-
ving balance" neemt toe als het inkomen toe
neemt.
3. Het percentage ondervraagden, dat uitsluitend
inlegt, is aanzienlijk hoger dan het deel der on
dervraagden, dat alleen maar geld aan de
spaarrekening onttrekt.
4. Slechts gemiddeld twee van de zeven gezinnen,
die in 1964 één of meer keren inlegden, dispo
neerden in dat jaar twee of meer malen over
hun spaartegoed.
Gevraagd naar de spaargewoonten gaf slechts
een kleine minderheid op, dat zij maandelijks
spaarde. De meerderheid legde enkele malen per
jaar in. Van degenen die maandelijks spaarden,
was er een gering deel (28 van alle houders
van spaarsaldi), dat maandelijks vaste bedragen
spaarde. De meerderheid legde in datgene wat
overbleef.
Het is tot slot goed ons te realiseren dat het in
bovenvermeld onderzoek vrijwel uitsluitend gaat
om „kwalitatieve" resultaten. De kwantitatieve in
vloed, die het spaargedrag heeft op de spaarresul-
taten, komt niet aan bod. Desalniettemin mogen de
uitkomsten, hoewel zij uitsluitend voor de Ver
enigde Staten gelden, bijzonder belangrijk worden
genoemd. Deze poging om het inzicht te verruimen
in de factoren, die van invloed zijn op de „ondoor
grondelijke" spaargeldbeweging, ook al betreft het
niet direct de Nederlandse of plaatselijke situatie,
verdient daarom onze aandacht.
373