ning, die het veelvuldige contact met de banken mij heeft gegeven. Ik ben voor de vriendschap en het
vertrouwen van degenen, die onze banken besturen en leiden zeer dankbaar.
Er hangt in onze organisatie zeer veel af van een goede bekendheid met persoonlijke omstandigheden
en plaatselijke verhoudingen. Bij de Centrale Bank zijn die altijd in ruime mate aanwezig geweest. Ik wil
er bij mijn afscheid nog eens de nadruk op leggen, dat wij met grote zorg en inspanning deze bekend
heid met personen en toestanden in de organisatie moeten onderhouden en uitbreiden. De tijd moge wel
eens ontbreken om de traditionele gemoedelijkheid in de contacten een plaats te geven, de moderne
communicatiemiddelen en de veelvuldige vergaderingen openen daartegenover nieuwe mogelijkheden tot
het kennen van mensen en zaken.
Voor de geschenken, die u mij namens de banken hebt overhandigd, betuig ik u mijn zeer hartelijke
dank. Zij openen voor mij grote mogelijkheden tot nuttige arbeid en ontspanning en dragen op een bijzon
dere wijze bij tot een blijvende herinnering aan goede jaren.
De heer Bakx, die namens onze Eindhovense zusterorganisatie heeft gesproken, heeft gewezen op het
grote nut dat de samenwerking tussen Eindhoven en Utrecht op verschillend terrein heeft opgeleverd.
In onderschrijf dit gaarne. Waar een gemeenschappelijk belang dit nuttig maakte, hebben wij de weg ge
vonden naar overleg, coördinatie of gemeenschappelijk optreden. Behalve goede zakelijke resultaten
heeft dat vriendschappelijke verhoudingen opgeleverd, die ik hogelijk waardeer. Mocht onze fantasie
nog eens een oplossing weten te vinden voor de onvolkomenheden, die hier en daar plaatselijke verhou
dingen aankleven dan zouden wij dicht bij de ideale toestand komen. Voor het zeer fraaie geschenk, dat
u mij namens uw bestuur en directie hebt aangeboden, dank ik u ten zeerste.
Het heeft mij bijzonder getroffen, dat de heer Conix namens de Centrale Kas van de Belgische Boe
renbond hier aanwezig is en het woord tot mij heeft gericht. De heer Conix is sinds lange jaren een
groot vriend van de Nederlandse landbouworganisaties en -coöperaties, en van velen onzer persoonlijk.
Zijn hartelijke woorden waardeer ik ten zeerste. Voor het geschenk, dat mij namens Leuven is overhan
digd, het prachtige boek over Karei V, betuig ik u mijn warme dank. Gaarne hoop ik dat uw directeur,
onze grote vriend Florquin, spoedig zal zijn hersteld.
De heer Keijser gaf vervolgens uiting aan zijn dankbaarheid voor de vriendschap en de medewerking,
die hij in andere functies en van instanties buiten de Centrale Bank had mogen ondervinden. Hij schonk
in het bijzonder aandacht aan de Nederlandsche Bank, het Departement van Landbouw en aan de orga
nisaties en coöperaties in land- en tuinbouw. Hij wees erop, dat de contacten met buitenlandse zus
terinstellingen hem hadden geleerd, dat de Nederlandse landbouwkredietinstellingen een grote mate van
vrijheid op het gehele terrein hunner werkzaamheid genieten, maar dat aan deze vrijheid een grote verant
woordelijkheid verbonden is. Deze maakt het nodig in eigen organisatie een goede discipline te onderhou
den. Het grote voordeel is, dat wij eigen regelen hebben en deze zelf in toepassing kunnen brengen en
daarbij met vele bijzondere omstandigheden rekening kunnen houden.
Spreker verklaarde veel voldoening te hebben gevonden in zijn contacten met de landbouwcoöperaties
over financieringsaangelegenheden. Hij verklaarde verheugd te zijn als voorzitter van „Coveco" nog enige
tijd op het coöperatieve terren werkzaam te kunnen zijn.
Als financier naar de Nederlandse land- en tuinbouw ziende, beval hij aan vooral te letten op de kansen
en de mogelijkheden en het pessimisme niet te laten overheersen.
Hij betrok ook de leden van het bestuur, de raad van toezicht en de directie met wie hij in vroeger jaren
had gewerkt in zijn toespraak en sprak er zijn blijdschap over uit, dat de heren prof. Minderhoud, Linden-
bergh en Hooft Graafland in goede gezondheid dit afscheid konden bijwonen.
Hij bracht dank aan zijn medewerkers van de latere en de vroegere jaren en besloot met mede namens
zijn vrouw zijn grote erkentelijkheid uit te spreken voor de sympathie en de hartelijke belangstelling, die
dit afscheid tot een gebeurtenis hebben gemaakt, wa iraan voor hen beiden slechts goede gedachten ver
bonden zullen blijven.
371