afscheid h. te kolsté
GLASTUINBOUW
De glastuinbouw maakt een moeilijke periode
door. Onder bovenstaand hoofd hebben wij in dit
nummer een gedeelte opgenomen van de circu
laire, welke inmiddels over de financiële moeilijk
heden in de groenteteelt onder glas aan onze ban
ken is gezonden.
Over het gesprek met het Borgstellingsfonds
voor de Landbouw en het Landbouwschap werden
de eerste mededelingen verstrekt op de krediet
dag, die de beide centrale landbouwkredietinstel
lingen in oktober in Scheveningen hielden. Een
overzicht van deze bijeenkomst vindt u eveneens
in dit nummer.
Op vrijdag 28 oktober jl. was het dan zo ver. We
hadden het ons de laatste maanden in toenemende
mate voor ogen trachten te stellen hoe het zou zijn
als de heer Te Kolsté werkelijk niet meer zou deel
nemen aan het organisatiewerk, in het bijzonder
niet aan het representatieve gedeelte daarvan.
De laatste week van oktober stond eigenlijk ge
heel in het teken van dit afscheid. Er waren
„laatste" commissievergaderingen, voor de laatste
keer werd een bankgebouw officieel geopend, ve
len telefoneerden nog eens „persoonlijk" en ten
slotte verzorgden we dan de „laatste" brief.
En zo bevond zich op genoemde vrijdag een ge
zelschap van ongeveer honderd bekenden in het
Jaarbeursrestaurant. Wij zagen de leden van Be
stuur, Raad van Toezicht en directie, het merendeel
van de ringvertegenwoordigers, de rayoninspec
teurs, de naaste medewerkers van de scheidende
functionaris en tenslotte medewerkers en oud
medewerkers van de Centrale Bank, die evenals
hij zelf meer dan veertig dienstjaren bij onze
instelling volbracht hadden.
Het was zoals de tafelpresident, tevens voorzit
ter van het Bestuur, dr. A. J. Verhage, zei: een
enigszins weemoedig feest. Enerzijds een reden om
dankbaar te zijn, dat de heer Te Kolsté verge
zeld door zijn vrouw, zoon en dochter in goede
gezondheid deze mijlpaal heeft kunnen bereiken;
anderzijds een loslaten van veel, wat sinds een
lange reeks van jaren dierbaar is geworden.
Want het ging om iemand, die, evenals meerdere
van zijn voorgangers, een respectabele staat van
dienst kon tonen in de organisatorische sector van
303