raiffeisenbank
in amsterdam-west
rente
op een keerpunt?
IÉ
Aan de Admiraal de Ruyterweg in Amsterdam-
West is op 22 oktober jl. een nieuw kantoor ge
opend van de Raiffeisenbank „Sloterdijk". Hier
mede is opnieuw een stap gezet in de richting van
grotere bekendheid van de Raiffeisenbank in Am
sterdam.
Wethouder Polak, die het college van burge
meester en wethouders van de hoofdstad vertegen
woordigde, sprak zijn waardering uit over wat door
de Raiffeisenorganisatie in het landsbelang wordt
verricht. Als voorbeeld hiervan noemde hij het be
vorderen van de spaarzin, een absolute voorwaar
de voor het behoud van de welvaart en de econo
mische groei. De wethouder achtte dit nieuwe kan
toor een aanwinst voor Amsterdam-West.
Het resultaat van de leningoperatie der Bank
voor Nederlandsche Gemeenten,waarbij een 7% le
ning tot een bedrag van 100 miljoen tegen 991/2%
werd uitgegeven, is zo gunstig geweest, dat men
zich bij het wisselen van de maand afvroeg, of met
het geboden rendement van ruim 7 misschien
een recordstand zou blijken te zijn bereikt, die niet
of nauwelijks verder zou worden overschreden tij
dens het proces van rentestijging, dat zich onder
invloed van de monetair-economische spanningen
en met name van de gevoelige kapitaalschaarste
heeft ontwikkeld. Daarop zou ook kunnen wijzen
het agio van ruim 2 dat de officiële beurskoers
bij het afsluiten van de maand juli ten opzichte van
de emissiekoers te zien gaf.
Zouden wij ons inderdaad thans op een plafond
niveau bevinden, dan zou dat van zeer grote draag
wijdte zijn. In de eerste plaats zou de Nederlandse
Staat daarvan dit jaar profiteren, gezien het feit,
dat waarschijnlijk nog voor honderden miljoenen
ter dekking van het tekort der Begroting 1966 een
beroep op de kapitaalmarkt zal moeten worden ge
daan. De lagere overheid verkeert in een soortge
lijke positie, terwijl het particuliere bedrijfsleven
zich de weg naar de aandelenmarkt de laatste
maanden goeddeels versperd zag en dus eveneens
op de risico mijdende sector van de kapitaalmarkt
aangewezen is voor de financiering van de inves
teringen. Zelfs indien echter geen verdere rente
stijging zou plaats vinden zijn de lasten voor de
ondernemingen op het nu bereikte rentepeil zo
hoog, dat daarvan een flinke rem op de investe
ringsbedrijvigheid uitgaat. Geen wonder dus dat
een tot staan komen van de rentestijging vooral in
de kringen van het bedrijfsleven ten zeerste zou
worden toegejuicht. De samenhang tussen de ver-
352