wat ons bezig houdt GIRALE SALARISBETALINGEN Een onderwerp dat de laatste tijd meer en meer actueel wordt, is de girale salarisbetaling. In toenemende mate gaat het bedrijfsleven als ook de overheid er toe over de salarissen niet meer in contanten uit te betalen maar deze via een bank instelling of de postgiro te doen verlopen, bij welke instellingen de werknemers over deze bedragen kunnen beschikken. De zich in snel tempo ontwikkelende mechani sering van bedrijfs- en overheidsadministraties werkt het girale betalingsverkeer steeds meer in de hand. Voor het bedrijfsleven is het een aantrek kelijk punt dat het opnemen van grote geldsommen van de bank alsmede het inpakken en uitbetalen van salarissen hierdoor komt te vervallen. Niettegenstaande inschakeling bij de girale sala risbetaling voor de banken een vermeerdering van werk en kosten meebrengt, moeten de banken zich er evenzeer van bewust zijn dat de girale salaris betalingen kunnen bijdragen tot verbreding van de relatiekring en verdere toeneming van de toever trouwde middelen. Dienaangaande dient men positief te staan te genover de medewerking aan de girale salarisbeta lingen. Hoewel de banken geen partner zijn bij het intern overleg tussen werkgever en werknemer is het zo wel voor werkgever als werknemer van belang te weten dat ook de raiffeisenbanken bij deze girale salarisbetalingen belangrijke diensten kunnen be wijzen. Het aantal raiffeisenbanken met bijkantoren en zittingen en de over het algemeen ruimere ope ningstijden (w.o. vele banken met avondzittingen) zijn op zichzelf reeds aantrekkelijke facetten om de raiffeisenbanken bij de girale salarisbetalingen in te schakelen. Ook het feit dat alle bankzaken kun nen worden afgedaan, kan hierbij een belangrijke rol spelen. Niettemin zal naarmate een bedrijf, dat tot gi rale salarisbetaling overgaat, meer personeels leden telt de organisatie van deze betalingen meer aandacht vereisen. Zo zullen de banken moe ten streven naar een zodanige spreiding in de uitbe talingsdata, dat de (nader aan te passen) loketruim te en personeelsbezetting voldoende zijn om lange wachttijden te voorkomen. Ook is het van belang dat de bank voldoende zittingsuren heeft. Het kan gewenst of zelfs nood zakelijk zijn, dat een avondzitting moet worden in gesteld. TWINTIG Vergeleken met 5 miljard, een getal waarbij men bijna struikelt over de nullen, is 20 niet veel. Die 5 miljard zijn guldens en die 20 zijn aangesloten banken waarbij een deel van dat grote guldensbe drag is gedeponeerd. Een deel waarvan de stand via de computer wordt bijgehouden. Teneinde dit mogelijk te maken zullen ingaande 1 januari 1967 bij 20 banken ponsmachines staan, die alle mutaties op alle voorkomende rekeningen dan verwerken op ponskaarten. Ruim 3 miljoen ponskaarten zullen door deze 20 banken in 1967 ter verwerking naar de Centrale Bank worden ge zonden. Eén van de redenen, waarom voorlopig het aantal van 20 geautomatiseerde banken niet verder kan toenemen, is de lange levertijd van nieuwe pons machines. Een andere reden is, dat de huidige positie goed geconsolideerd behoort te worden. Hierdoor zal voor een verdere uitbreiding van de automatisering een stevige basis zijn gelegd, waarmede de belan gen van de in de toekomst deelnemende banken zullen worden gediend. Onder deze toekomst moet voor zover thans te bezien worden verstaan de tweede helft van 1967. 302

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 4