verkrappend effect voor liquiditeiten Het zal duidelijk zijn, dat men hierbij met een ele ment heeft te doen, dat het binnenlandse liquidi teitenreservoir verder zal doen inkrimpen, hetgeen de tendentie tot rentestijging nog zal versterken. Dit zal vooral een stempel drukken op de ontwik keling in het volgende jaar, waarbij verwacht mag worden dat als gevolg van de versterking van de deflatie de zo dringend noodzakelijke ontspanning van onze economie duidelijker merkbaar zal maken. Daardoor zal dan de basis worden gelegd voor het herstel van het monetair-economische even wicht. Maar voorshands zal de overspanning nog wel voortduren. schatkist op (fiscale) rozen De enige die bij het afsluiten van de maand ok tober op rozen zat, was de schatkist, die op dat tijdstip over een tegoed van niet minder dan 669 miljoen beschikte, dank zij vooral de aanzienlijke belastingbetalingen, die echter het gezamenlijke tegoed van het bankwezen tot minder dan 121 miljoen hebben doen slinken, terwijl daarnaast, zo als gezegd, een aanzienlijk beroep op het kostbare krediet van de Nederlandsche Bank moest worden gedaan. Het is een geluk bij een ongeluk, dat het Rijk ten tijde van de kabinetscrisis niet ook nog een beroep op de kapitaalmarkt heeft moeten doen. de emissiebedrijvigheid in dit jaar De hoge rentestand is tot dusverre allerminst in staat geweest de emissiebedrijvigheid te doen af nemen leert ons de statistiek van het C.B.S. over de eerste tien maanden van het lopende jaar. Hier uit blijkt, dat de reëel opgenomen bedragen in deze laatstgenoemde periode een totaal bereikten van f 1802,2 miljoen tegen 1684,2 miljoen in de over eenkomstige periode van het vorige jaar. In het hogere bedrag van dit jaar is slechts een bedrag van 7,2 miljoen begrepen, dat in de vorm van aandelenkapitaal is opgenomen, tegen 124,4 mil joen in de eerste tien maanden van 1965. De overheidssector legde beslag op 447,8 mil joen (v.j. 345,5 miljoen), de Bank voor Neder landsche Gemeenten nam voor 608,7 548,4) miljoen uit de markt en de particuliere sector 745,7 (v.j. 686,5) miljoen. In het bedrag van 1965 was bovendien nog voor 103,8 miljoen be grepen aan buitenlandse guldensleningen. Aan pandbrieven werd in de eerste negen maan den van dit jaar (een latere statistiek was nog niet beschikbaar) in totaal voor 111,8 miljoen uitge geven tegen 180,8 miljoen in de overeenkomstige periode van het vorige jaar. Hier heeft derhalve de stijging van de rente en de toegenomen kapitaal- schaarste, evenzeer trouwens als de afneming van de particuliere bouwbedrijvigheid als gevolg van de hoge rentestand, tot een aanzienlijke daling van de aangetrokken nieuwe middelen geleid. 335

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 37