financieel overzicht staatsfondsen in reactie Geleidelijk aan heeft de schaarste op geld- en kapitaalmarkt in de loop van oktober zich weer enigszins verscherpt. Dat tekent zich zowel af in het feit dat de notering voor daggeld weer de hoogste stand van 5 bereikt, die eerder in het jaar reeds werd geregistreerd, als in het koersver loop van de staatsfondsen en de andere obligaties, dat weer een dalende richting volgde. Vergelijkt men de stand waarmee oktober is af gesloten met die van 30 september, dan blijkt duidelijk, dat er een ommekeer is ingetreden. Op een enkele uitzondering na zijn de koersen van de staatsleningen nl. weer op een lager niveau geko men. Voor de jongste 7 %-Staatslening, die in sep tember jl. werd uitgegeven, bleef het verlies tot nauwelijks een half punt beperkt, wat te danken is aan het aantrekkelijke rendement van die lening voor de inschrijvers, waardoor er slechts weinig materiaal aan de markt kwam. Maar overigens zijn hier en daar aanzienlijke koersverliezen ontstaan. Zo liep de 5% lening 1965 I terug tot slechts 91 d i- rond 2% Punt beneden het niveau van een maand te voren, terwijl de 5% Nederland 1964 II ongeveer 2 punten lager noteerde op 879/ió en de 31/2 Staffellening van 705/i6 Per 30 seP" tember tot 681/2 per einde oktober inzakte. Bij de 5%% Nederland 1965 I steeg als gevolg van de koersdaling het couponrendement van 6,15 tot 6,28 en het effectieve rendement zelfs van 6,50 tot 6,76%, of met ruim een kwart punt. Een en ander toont duidelijk aan dat er van een wezen lijke ontspanning nog geen sprake is, waarbij opge merkt zij, dat niet-officieel voor daggeld zelfs reeds 5% werd betaald. Wanneer men nu bedenkt dat het officiële disconto van de Nederlandsche Bank sedert 2 mei 1965 5% bedraagt en het promesse disconto 51/2 welk laatste tarief ook in rekening wordt gebracht voor voorschotten in rekening-cou rant en beleningen door anderen dan particulieren, dan ziet men dat de marges tussen het officiële rentetarief en de marktnoteringen inmiddels wel zeer gering zijn geworden. Zolang de centrale bank niet van mening is dat misbruik van haar krediet verlening wordt gemaakt als gevolg van de inkrim ping van de marges tussen marktrente en bank- rente, zal zeker niet tot een verdere discontover hoging worden overgegaan. In elk geval zal deze maatregel zo lang mogelijk worden uitgesteld we gens de lastenverzwaring en vergroting van de fi nancieringsmoeilijkheden die daarvan voor het be drijfsleven het gevolg zouden zijn, waardoor de problemen der marginale bedrijven nog zouden toenemen. belastingbetalingen eisen hun tol De schaarste op de geldmarkt weerspiegelde zich vooral in het geringe tegoed van 20,9 miljoen van de gezamenlijke particuliere banken b*ij de Neder landsche Bank, tegen nog 358 miljoen op 26 sep tember, toen daarnaast slechts voor 21 miljoen voorschotten in rekening-courant was opgenomen tegen einde oktober niet minder dan 414 miljoen. Deze ontwikkeling is vooral te wijten aan de om vangrijke belastingbetalingen in deze tijd van het jaar. Die betalingen geschieden dit jaar in veel min- 333

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 35