spaarresultaten bij de verschillende spaarinstellingen Bedragen x f I miljoen aug. Spaarversch 1 Spaartegoed 30 september Inlagen i Terug betalingen Augustus j sept. okt. jan. t/m sept. bedrag bedrag 1966 Raiffeisenbanken Utrecht Boerenleenbanken Eindhoven Rijkspostspaarbank Algemene spaarbanken Handelsbanken en overige 238.8 173,0 194.9 158,6 131,7 108,5 348,0 289,6 65,8 26.3 44,8 36,3 20,0 17,0 23,2 +1.1 4,9 58,4 4,4 2,0 30,1 —32,8 213,8 10,2 260,8 21.4 182,2 15,0 113,7 9,4 342,3 28,1 317,9 26.1 1,216,9 100,0 5.096,1 24,0 3.296,4 15,5 4.332,8 20,3 5.455,1 25.7 3.083,1 14,5 21.252,7 100,0 1965 Raiffeisenbanken Utrecht Boerenleenbanken Eindhoven Rijkspostspaarbank Algemene spaarbanken Handelsbanken en overige 203,7 140,3 140,7 106,4 126,6 93,8 275,1 217,8 63,4 33,9 52,0 34,3 +21,9 +17,2 32,8 +13,2 4.6 57,3 10,8 17,9 12,6 9,1 2,2 200,4 88,9 93,9 298,1 23,4 206,6 16,2 185,4 14,5 337,3 26,5 247,4 19,4 1.274,8 100,0 4.594,8 23,8 2.980,5 15,4 4.065,4 21,1 4919,6 25,5 2.749,0 14,2 19.309,3 100,0 kanttekeningen bij de cijfers In de maand september namen de toevertrouwde mid delen toe met 46,7 miljoen. Er werd namelijk een spaar overschot geboekt van 26,3 miljoen en de creditsaldi in rekening-courant stegen met f 20,4 miljoen. In september 1965 bedroeg het spaaroverschot 33,9 miljoen en de aanwas der creditsaldi in lopende rekening f 34,6 miljoen. In vergelijking met de gegevens van vorig jaar septem ber was er dus sprake van een minder groot spaarover schot en van een minder grote toeneming van de credit saldi. Een teruggang van het spaaroverschot vond per saldo plaats bij de banken in de semi-stedelijke sfeer en bij de plattelandsbanken. De banken in de steden boekten een hoger overschot dan in september 1965. Onderverdeeld naar provincies kwamen Groningen, Friesland en Gelderland met gunstiger cijfers naar voren. Een aanmerkelijk lager overschot constateerden wij in Overijssel en Zuid-Holland. De uitzettingen in eigen kring namen met f 43,4 miljoen toe, tegen 32,3 miljoen in de maand september van het vorig jaar. Ten opzichte van de toevertrouwde middelen dus een omgekeerde ontwikkeling. Wat de spaarresultaten der traditionele spaarinstellingen betreft kan opgemerkt worden, dat in augustus een resul taat werd behaald dat ongeveer op hetzelfde niveau lag als vorig jaar. Alleen de R.P.S. vormde hierop een uitzon dering. In de maand september bleef het spaarresultaat bij alle traditionele spaarinstellingen ten achter bij dat van vorig jaar. In de eerste drie kwartalen van 1966 bedroeg het spaar overschot bij de traditionele spaarinstellingen gezamenlijk f 899,0 miljoen tegen f 1.027,4 miljoen in de overeenkom stige periode van 1965. Dit betekent een vermindering van 12,5 327

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 29