stuk van produktontwikkeling gevallen van traag heid en van zelfgenoegzaamheid zijn aan te wijzen. Tenslotte wijdt de commissie aandacht aan de mogelijkheden van marktverkenning en marktbe- invloeding, waarbij haar beschouwingen worden af gerond met een genuanceerd betoog over de vraag of landbouwprodukten als merkartikel zouden moe ten worden aangeboden. Hoewel geen stringent antwoord kan worden gegeven, wijst de commissie toch in zekere richting. Herinnerende namelijk aan de grote investeringen welke voor de creatie van een sterk producentenmerk moeten worden ge daan, en aan de belangstelling van detailhandels organisatie voor eigen „handelsmerken" zegt de commissie: ,,ln deze situatie is het vaak raadzaam om te trachten met de levensmiddelenbedrijven langlopende contracten af te sluiten voor de leve ring van een homegene goede kwaliteit, die onder „handelsmerk" de consument bereikt". De werkzaamheid van de Valorisatiecommissie heeft er toe geleid, dat de mogelijkheden voor verbetering van aanbod en afzet van agrarische produkten, de verwerking en de distributie uitvoerig zijn bestudeerd en dat de resultaten hiervan in een rapport zijn samengevat. Het is thans te ho pen, dat het rapport een verdere gedachtenwisse- ling zal inluiden en dat de verschillende sugges ties, die hierin zijn gedaan in ruime kring nader zullen worden overwogen. verdere ontwikkeling landbouwbeleid Overigens is er voor de georganiseerde land bouw in de komende maanden voldoende werk aan de winkel. De voorzitter van het Landbouwschap heeft in de laatstgehouden bestuursvergadering gewezen op enkele uitermate belangrijke zaken, die de aandacht van de georganiseerde landbouw opeisen. Zowel in de hoofdafdeling Akkerbouw als ook in de hoofdafdeling Veehouderij vindt momenteel beraad plaats omtrent de in 1967 te verwachten rentabiliteitsontwikkeling en de inkomensposities in deze sectoren. Alhoewel de prijsruimte door de Brusselse afspraken beperkt is geworden, bete kent dit niet, dat daarmee ook de speelruimte voor onze landbouwpolitiek weg is. Melk, zuivel en sui kerbieten bieden nog enige ruimte, terwijl ook de toepassing van de z.g. revisieclausule in verband met de graanprijzen opnieuw onder de loep moet worden genomen. Speciale aandacht zal in dit verband geschonken moeten worden aan de moeilijke positie waarin onze pluimveehouderij zich bevindt. De sterk ge stegen kosten en belangrijke produktieuitbreiding in ons voornaamste afzetland Duitsland, hebben de kansen verkleind en de rentabiliteit ongunstig beïnvloed. Een snellere afbraak van de intra-com- munautaire heffingen dan op 1 juli 1967 zou wen selijk zijn, met name voor deze sector. Binnenkort zullen waarschijnlijk herziene voor stellen inzake een gemeenschappelijk sierteeltbe- leid ons uit Brussel bereiken, terwijl tenslotte de Kennedy-ronde in een beslissende fase komt. Hier mee wordt dan een handelspolitieke discussie af gesloten, die van wereldwijde betekenis kan zijn en die ook onze landbouw wezenlijk raakt. Wat de structuurproblematiek betreft zal onze bijzondere aandacht nodig zijn voor het werkter rein van het Ontwikkelings- en Saneringsfonds. Een meer complete en afgewogen activiteit wordt als een wenselijkheid gezien vanwege het feit dat de akkerbouw en tuinbouw tot nu toe niet in de zelfde mate als de veehouderij gebruik heeft kun nen maken van de getroffen regelingen als ook teneinde tot een betere harmonisering te komen met de subsidiemaatregelen die in andere landen gelden. Tenslotte zijn ook belangrijke sociale problemen aan de orde. De loonpolitiek is in het algemeen een belangrijke zaak, maar zal speciaal in 1967 naar het zich laat aanzien, een grote betekenis krijgen. Niet alleen echter de zaken die de verhouding werkgever/werknemer raken hebben met de so ciale positie van land- en tuinbouw te maken. De gehele positie van wat we noemen de kleine zelf standige eist in de huidige maatschappelijke ont wikkeling extra aandacht. Maatregelen op het ge bied van de sociale wetgeving of fiscale politiek om maar twee belangrijke punten te noemen, hou den niet altijd voldoende rekening met zijn speci fieke behoeften en moeilijkheden. 310

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 12