wat ons bezig houdt KREDIETDAG 1966 Naar aanleiding van onze eerdere mededeling en desbetreffende persberichten, wijzen wij onze lezers erop dat aan de bijeenkomst, welke de beide centrale landbouwkredietinstellingen op 26 oktober a.s. zullen houden, slechts een beperkt aantal per sonen zal deelnemen. Het ligt in het voornemen ook deskundigen van buiten het landbouwkredietwezen te betrekken in de bespreking van actuele vraagstukken op het ge bied van de financiering van land- en tuinbouw. Hiertoe zal na een drietal inleidingen een forum discussie plaatsvinden. Daar de punten, welke hierbij naar voren zullen komen, uiteraard van belang zijn voor onze organi satie, zullen wij in de Raiffeisen-Bode aan het ver slag van de bijeenkomst nog ruime aandacht be steden. R Al FFEIS EN HYPOTHEE KB ANK Op 12 september 1966 is een nieuwe loot aan de Raiffeisenstam ontsproten: de Raiffeisenhypo- theekbank N.V. Ter vereenvoudiging van de oprichtingshandeling hebben de Coöperatieve Raiffeisenbank „Utrecht" en de Centrale Bank als oprichters gefungeerd. Zij namen in het aandelenkapitaal deel voor res pectievelijk 1.000,en 1.999.000,Aldus is 20% van het maatschappelijk kapitaal, dat 10 miljoen bedraagt, bij de oprichting geplaatst. Er is 10 op gestort. Statutair is echter bepaald, dat binnen een half jaar na de oprichting de Centrale Bank zoveel aan delen aan bij haar aangesloten banken moet over dragen, dat het in het bezit van de Centrale Bank blijvende aantal aandelen 10% van het geplaatste kapitaal niet overschrijdt. Ter verkrijging van de nodige spreiding van de aandelen, die slechts in handen kunnen zijn van de Centrale Bank en de bij haar aangesloten banken, is nl. bepaald, dat de Centrale Bank niet meer dan 10% en een aange sloten bank niet meer dan 1/2 van het geplaat ste kapitaal mogen bezitten. Alle aangesloten banken zijn dan ook bij circu laire van 30 september jl. opgewekt deel te nemen in het kapitaal van de Raiffeisenhypotheekbank, welke inschrijving op 31 oktober a.s. sluit. Bij de oprichting fungeren als commissarissen de heren dr. A. J. Verhage, Jhr. mr. dr. O. F. A. H. van Nispen tot Pannerden, mr. C. Th. E. Graaf van Lynden van Sandenburg en H. Wind en als direc teuren de heren ir. J. S. Keijser, drs. R. Manschot en ir. J. W. Hudig. Reeds zeer lang is in de organisatie de vraag onder ogen gezien of de oprichting van een hypo theekbank niet nuttig zou kunnen zijn. Aanvragers die niet door de aangesloten banken kunnen wor den geholpen, zouden zij het op andere voor waarden dan bij de aangesloten banken gebruike lijk is wellicht door de hypotheekbank kunnen worden bediend. Het rapport van de Commissie Landbouwkrediet bevatte een suggestie in die rich ting. De commissie-Minderhoud heeft destijds ech ter besloten daaraan vooralsnog geen uitvoering te geven. De laatste jaren echter is het aantal hypotheek- aanvragen sterk toegenomen. Het rapport 1966 be treffende de ontwikkeling van de structuur van de Raiffeisenorganisatie bevat dan ook de conclusie, dat er binnen het geheel van de organisatie plaats is voor een eigen hypotheekbank als aanvullend financieringsinstrument van de plaatselijke banken bij de kredietverlening op lange termijn. De kapi taalmarkt kan daarbij worden gebruikt om middelen aan te trekken voor de kredietverlenende functie van onze organisatie. De Raiffeisenhypotheekbank zal haar werkzaam heden op 7 november 1966 aanvangen. Van die da tum af kunnen via de aangesloten banken aan vragen om hypothecaire leningen bij de Raiffeisen hypotheekbank worden ingediend. 271

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 5