raiffeisenweek 1966 Wanneer wij van 24 tot 31 oktober weer de Raiffeisenweek houden, dan zullen wij ons ervan bewust zijn, dat wij in velerlei opzichten roerige tijden beleven. Ons beperkend tot het gebeuren op economisch en financieel gebied kunnen wij vaststellen dat de besparingen in het algemeen in de loop der laatste ja ren nog steeds toenemen. Dit geldt niet alleen voor besparingen bij bedrijven, maar ook voor die bij ge zinshuishoudingen. Dit is een gelukkig verschijnsel, vooral in ons land, waar de investeringen moeten door gaan om het levenspeil van ons volk te behouden en te verbeteren. Wij allen ondervinden op dit ogenblik moeilijkheden bij ons denken over financieringsvraagstukken. Deze moeilijkheden worden vooral veroorzaakt door de hoge rente, waaraan conjuncturele en structuele oorzaken ten grondslag liggen. Ik wil mij niet wagen aan voorspellingen hoe dit verder zal lopen. Wanneer wij vaststellen dat het boven, zeer summier geschetste, verloop een weerspiegeling vindt in de gang van zaken in onze eigen organisatie dan mogen echter de kapitaalschaarste en de daaruit voort vloeiende hoge rentestandaard geen rem zijn in ons werk. Gelukkig kunnen wij constateren dat bij de weer grotere behoefte aan uitzettingen in de eigen kring alle verantwoorde financieringsaanvragen konden worden ingewilligd. Op zichzelf is dit onder in de huidige omstandigheden niet zonder meer logisch. Voor al niet omdat de spaargelden minder snel groeiden dan in de afgelopen jaren het geval was. De aanwas van de spaargelden in de laatste maanden is echter weer moedgevend, evenals de toeneming van de rekening-courantsaldi. Het is altijd moeilijk hiervoor, ook binnen onze organisatie, een verklaring te geven: het verloop wordt door veel factoren beïnvloed. Het staat echter wel vast dat een goede dienstverlening ook in het verkrij gen van de benodigde financieringsmiddelen altijd tot een optimaal -en dat is iets anders dan een maxi maal- resultaat zal leiden. Hieraan vooral moeten wij in de komende Raiffeisenweek denken. In ons werk hebben wij als enig doel de belangenbehartiging van onze leden, maar wij moeten ons bewust zijn dat wij de economische en financiële ontwikkeling in ons land en in de wereld niet kunnen veranderen. Wel kunnen wij binnen deze ontwikkeling trachten al het mogelijk te doen in het aantrekken van spaargelden en in het verlenen van alle andere diensten die in onze organisatie thuis horen. Hierdoor zullen wij in staat zijn om de noodzakelijke financieringen van wat wij plegen te noemen ,,de eigen kring" zo goed mogelijk te waarborgen. Ik weet dat de besturen en de directies van de lokale banken grote en prijzenswaardige activiteiten ontplooien, maar toch zou ik er op willen aandringen om in deze week, naast het optreden naar buiten, in eigen kring na te gaan of er nog meer kan worden gedaan om financieringsmiddelen aan te trekken en het dienstbetoon te vergroten. Wij hebben nu eenmaal een taak in de maatschappij, nl. om de financiële belangen van onze leden ook door verantwoorde investeringen te dienen. Daarmede dienen wij eveneens het belang van de Nederlandse volkshuishouding. Ook al weten wij dat ook binnen de organisatie een snelle ontwikkeling aan de gang is en velen verder initiatief ont plooien, toch is het goed om iedere Raiffeisenweek opnieuw te gebruiken als een moment van bezinning op de vraag of in bepaalde opzichten nog verbeteringen zijn aan te brengen. Wanneer wij mede in dit licht de Raiffeisenweek bezien, dan geloof ik te mogen zeggen dat wij volledig in de geest van Raiffei- sen handelen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 4