macro- economische
verkenning
In een voorlopige verkenning heeft het Centraal
Plan Bureau per medio september haar visie ge
geven op de te verwachten economische ontwik
keling in 1967.
Deze verkenning staat in het teken van een ze
kere ontspanning, die naar verwacht zal uitmonden
in een lichte stijging van de werkloosheid. Onder
invloed van de reeds eerder ontstane liquiditeits-
krapte en ondersteund door de door de overheid
te nemen beperkende maatregelen, zal naar ver
wacht een afremming van de binnenlandse beste
dingen en een herstel van de betalingsbalans op
lopende rekeningen plaatsvinden. Verder wordt de
verwachting uitgesproken, dat één en ander be
reikt zal kunnen worden zonder dat de groei van
de produktie te zeer wordt aangetast.
Het Centraal Plan Bureau verwacht voor de na
bije toekomst het volgende beeld:
7. De bruto-investeringen van bedrijven in vaste
activa zullen, vooral onder invloed van liquiditeits
moeilijkheden, zeer waarschijnlijk geen groei meer
vertonen. Investeringen in overheidsbedrijven,
welke een kwart van het totaal voor hun rekening
nemen, zullen een geringe daling ondergaan.
Het volume van de investeringen in woningen
zal nog slechts matig stijgen, namelijk met 3
2. De particuliere consumptie zal eveneens matig
stijgen (3,5 mede door de verhoging van de
indirecte belastingen en de versnelde aanslagrege
ling bij de inkomstenbelasting. Deze stijging be
droeg in de jaren 1964 en 1965 respectievelijk 8%
en 4,5
3. De besparingen uitgedrukt in procenten van het
nationaal inkomen, nemen met een half procent toe,
dank zij een vergroting van de particuliere bespa
ringen.
4. De relatief geringe stijging van investeringen en
consumptie, laat ruimte over voor een grotere ex
port, welke gerealiseerd kan worden tegen een vrij
wel stabiel prijspeil. Onbewerkte landbouwproduk-
ten dragen in aanzienlijke mate bij tot deze vo
lumestijging. Het is vooral dank zij de sterke stij
ging van het exportvolume dat de produktie naar
verwacht met 4 zal toenemen. Bij een gelijkblij
vende ruilvoet zal het betalingsbalansoverschot op
lopende rekening circa 0,8 miljard bedragen.
5. Uitgaande van een contractloonstijging van
3,5% zal het consumptieprijspeil met 4,5% toe
nemen. Hierbij is rekening gehouden met de ver
traagde doorwerking van de stijging van arbeids
kosten en de verhoging der indirecte belastingen
en de invloed van andere autonome factoren.
De verlaging van de loon- en inkomstenbelas
ting, welke zoals wordt verwacht een prijsdrukkend
effect zal hebben, is niet bij deze berekening op
genomen.
6. Het reële bruto nationaal produkt en het pro-
duktievolume van de bedrijven zullen minder stij
gen dan in voorafgaande jaren.
Ook zal de stijging van de arbeidsproduktiviteit
met 31/2 achterblijven bij de ontwikkeling van
de laatste jaren. Overigens zal de groei van de
landbouwproduktie iets groter worden in vergelij
king met de laatste twee jaren.
7. Als gevolg van de afzwakkende groei zal de ar
beidsreserve in de tweede helft van 1967 kunnen
stijgen tot 2 van de afhankelijke beroepsbevol
king.
Het geheel overziende kan gesteld worden dat
de economie volgens deze macro-economische ver
kenning in rustiger banen terecht zal komen, waar
bij echter gehoopt mag worden, dat factoren, die
voor een voldoende groei onmisbaar zijn, niet te
sterk zullen worden aangetast.
297