man en paard „Man en Paard" lijkt, dank zij het ingezonden stuk van Anonymus, weer tot leven gekomen te zijn. Enige dagen na het verschijnen van het september nummer ontvingen wij reeds een reactie en konden deze nog juist in het huidige nummer plaatsen. Let wel: in het novembernummer hebben wij reeds ruimte gereserveerd voor meer dan één in gezonden stuk! geachte redactie Het artikeltje van de hand van collega Anonymus heeft onze volledige instemming. Toch menen wij hierop even te moeten ingaan, omdat de situatie vandaag anders ligt dan in de bezettingstijd. Waar de omstandigheden dat mogelijk maakten ontmoette de „overvaller" doorgaans de medewer king van het distributiepersoneel. De kraker gokte ook op deze medewerking, hield er althans reke ning mee. Hiermee wil dit soort overvallen niet ge kleineerd worden, want ook dit werk was een hachelijke onderneming. Maar de vaak welwillen de houding van het distributiepersoneel en wij zouden dit personeel tekort doen als wij dit niet zouden memoreren deed menig overval vlot verlopen. Wij weten zeker, dat Anonymus deze ervaring ook heeft opgedaan. Uit het artikeltje zou de gevolg trekking kunnen worden gemaakt, dat bedoeld per soneel werkelijk door een overvaller moest worden besprongen om de buit te bemachtigen, terwijl dit alleen voor de houzeeërs nodig was. De houzeeërs hadden alleen de overval als zodanig nodig. Bij het lezen van de beschouwingen over de nieuwe Raiffeisencursus doet het ons goed te ver nemen, dat er grote betekenis wordt gehecht aan het onderhouden van menselijke contacten en voor al de wijze waarop dit geschiedt. Des te meer valt het ons op, dat wij in de overlijdensberichten nog steeds spreken van bestuur, raad van toezicht en kassier enz. Als wij ervan doordrongen zijn, dat de medemenselijke verhoudingen van grote bete kenis zijn, is dan alleen die kassier in dit soort berichten belangrijk? Waarom niet: De Raiffeisen- bank te geeft etc. Wie hiermee instemt late Utrecht dit weten, opdat mogelijk van deze geijkte uitdrukking wordt afgestapt. Hoogachtend, J. de Wit Directeur Coöp. Raiffeisenbank „Veendam" naschrift van de redactie De eerste alinea is een goede aanvulling op onze beschouwingen over de techniek van de overval en de psychische instelling van de over valler. Met de strekking van de tweede alinea zijn wij het eens. Maar waarom de menselijke verhou dingen beter tot uitdrukking zouden komen, indien wij in onze overlijdensberichten zouden spreken van „De Raiffeisenbank geeft kennis" in plaats van „Bestuur, raad van toezicht en personeel ge ven kennis" is ons niet duidelijk. Of doelt de heer De Wit op het feit dat soms wel de directeur/kas sier wordt genoemd en niet het overige personeel? Het lijkt ons in ieder geval juist om ook het perso neel te noemen. In zeven van de twaalf overlijdens berichten opgenomen in het septembernummer, ge beurt dit ook, zodat de door de heer De Wit be streden uitdrukking niet zo geijkt is als hij wel meent. asla contra spaarboekje Onderstaand bericht troffen wij aan in een dag blad van 30 september jl. Een huisvrouw uit Hengelo heeft gisteren, toen ze de kachel aanmaakte, vierduizend gulden ver brand. Haar 61-jarige inwonende schoonvader had het geld veiligheidshalve verborgen in de asla. Toen de man thuis kwam en merkte dat de kamer warm was, greep hij vertwijfeld in de asla, maar hij was te laat. Zijn kapitaaltje was in rook opge gaan. Hoewel ieder jaar weer vele kranteberichten van soortgelijke crematies melding maken, zijn er nog steeds lieden die de kachel veiliger schijnen te vinden dan de spaarbank. 591

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 25