de miljoenennota 1967 week de bank bezoeken. In hoeverre en op welke wijze deze gedragslijn van invloed zal zijn op het verloop van de Raiffeisenspaarweek 1966 moet worden afgewacht. Als wij zien naar de resultaten van spaaracties, die de laatste maanden bij verschillende banken werden gehouden en waarbij de bepalingen van bovengenoemde wetten in acht werden genomen, behoeven wij allerminst pessimistisch te zijn. De resultaten waren allerszins bevredigend. Met de Raiffeisenspaarweek willen wij de spaar zin bevorderen en de Raiffeisenbank voor het voetlicht plaatsen. Om dat doel te bereiken moet de actie over het gehele front worden gevoerd. Daarom is het van belang dat alle aangesloten ban ken aan de actie deelnemen. Alleen dan heeft de Raiffeisenspaarweek 1966 kans van slagen. uitgaven boven f 20 miljard In haar jongste miljoenennota zegt de regering, dat zij rekening heeft gehouden met het feit, dat in de huidige economische situatie een minder snelle toeneming van bestedingen wenselijk is. Reeds eerder in dit jaar werd van overheidswege besloten een bijdrage te leveren tot herstel van het evenwicht, dit door middel van een personeels stop, door het temporiseren van investeringen en het betrachten van terughoudendheid ten aanzien van andere overheidsuitgaven. Ondanks dit streven naar soberheid wordt in de ingediende Miljoenennota vooropgesteld de nood zaak tot voortzetting van de uitvoering van het re geringsprogramma, zij het dat tot een zekere af remming van het tempo wordt overgegaan. Als re sultaat worden de uitgaven voor 1967 met 2.070 miljoen verhoogd, waardoor het uitgaventotaal voor het eerst in de geschiedenis boven de 20 miljard uitkomt. Ongeveer tweederde van deze uit gavenstijging is bestemd voor salaris- en pensioen voorzieningen, onderwijs en woningwetvoorschot ten. minder sterk beroep op de kapitaalmarkt De totale financieringsbehoefte voor het Rijk en het gemeentefonds worden voor 1966 gesteld op 2.100 miljoen. Hierin kan voor ongeveer 1.050 miljoen worden voorzien door gebruik te maken van stortingen op voorinschrijfrekeningen. Verder is reeds voor 450 miljoen op de open kapitaal markt opgenomen door middel van een tweetal staatsleningen, zodat nog voor 600 miljoen dek king gezocht dient te worden. Of dit bedrag nog dit lopende jaar zal worden opgenomen blijft een Dpen vraag. Het begrotingstekort voor 1967 bedraagt bijna 1.200 miljoen en zal naar verwacht tot een even groot kastekort van het Rijk leiden. Hiermee komt de financieringsbehoefte dus aanzienlijk lager uit dan in 1966. Aangezien de stortingen op voorin schrijfrekeningen eveneens in de orde van grootte van 1.200 miljoen zullen liggen, zal uit dezen hoofde geen beroep op de kapitaalmarkt worden gedaan. Door aflossingen van het Rijk op de bin nenlandse gevestigde schuld zal zelfs rond f 560 miljoen naar de beleggers terugstromen. Aanne mende dat deze middelen opnieuw belegd zullen worden, zal de ruimte voor financiering van het be drijfsleven en de gemeenten en provincies vergroot worden. Wel merkt de minister van Financiën in zijn miljoenennota op, dat de wenselijkheid zich 282

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 16