streefd wordt naar grotere bedrijven, naar mecha nisatie en naar nieuwe samenwerkingsvormen. Dit proces gaat gepaard met kostbare investeringen. Wat de verstrekking van het benodigde kapitaal betreft, is er geen groot probleem. De landbouwkre- dietbanken hebben daartoe de middelen en ook de passende kredietmogelijkheden. Er is echter wel een knelpunt. Dat is de rentabiliteit van de bedrij ven. De vraag die telkens rijst, is deze: Is het ver antwoord, gezien de onzekerheid omtrent de renta biliteit, een hoge schuldenlast op zich te nemen? Dit geldt in het bijzonder voor de jonge, pasbegin- nende boeren, die veel leenkapitaal nodig hebben om de grond te financieren. De grond geeft een opbrengst van 20% van de waarde. De hypotheek rente loopt naar 7%. In de boerengezinnen en ook in de bestuurs colleges van onze banken moeten tegenwoordig moeilijke beslissingen worden genomen. Nóch de afwijzing van een zwaar geval, nóch het toestaan van een financiering, die neerkomt op een jaar lijkse last voor rente en aflossing van 600, per ha (en soms nog hoger) geeft een gevoel van bevrediging. Gelukkig kunnen wij rekening houden met de persoonlijke eigenschappen van de ondernemer. Daarin zitten verschillen van enige honderden gul dens per ha per jaar. Meer dan ooit tevoren is het duidelijk, dat er alleen voor de werkelijk be kwame ondernemer kansen zijn om zich te hand haven. Maar die kunnen we dan ook helpen. Als we zien wat de goeden en de besten ervan maken, dan zijn die kansen niet slecht. De specialisatie gaat ook haar gang. De slacht- kuikenproduktie is een goed voorbeeld van ge slaagde specialisatie in de agrarische bedrijfstak met een sterke positie van de coöperatieve ver werking. Maar de belangrijkste specialisatie waarmee wij te maken hebben, is toch wel de tuinbouw, de ver warmde glastuinbouw - groenten, bloemen. Onze banken hebben van de aanvang af veel met de tuin bouw te doen gehad. Zij hebben alle moeilijkhe den van de dertiger jaren meebeleefd. Zij hebben, het mag zonder overdrijving worden gezegd, de grote expansie van het verwarmde glas na de oor log gefinancierd. Het is nogal goed gegaan met groenten en bloe men. De afzetmogelijkheden in het buitenland zijn voortdurend toegenomen. Onze exporteurs zijn zeer actief geweest. Maar de expansie is te snel ge gaan. In 1964 hebben we een terugslag moeten verwerken en ook dit jaar is niet in alle opzichten gunstig. Intussen is het ook hier duidelijk geworden dat vakbekwaamheid en ondernemerschap in de inten sieve tuinbouw zeer zwaar wegen en dat een ren dabele eenheid om mee te beginnen een groot bedrag vergt, 200.000, Over de vraagstukken van de middenstandsfi nanciering zal ik niet uitweiden. Onze banken doen nog al iets op dit terrein. Zij zouden een nog rui mer arbeidsveld vinden, indien zij tot dezelfde re gelingen van het Borgstellingsfonds voor de Mid denstand zouden zijn toegelaten als de Nederland- sche Middenstandsbank. Dat zou misschien de taak van dit fonds (en daarmede de middenstand) ten goede komen. Om deze opmerkingen over de kring van onder- mers, die wij financieren, te besluiten: wij moeten goed opletten niet te gemakkelijk te zijn. Voor pessimisme is echter geen plaats. De goede indi viduele ondernemer in land- en tuinbouw, in de visserij, in transport of anderszins slaat zich er door. Hij is waard gefinancierd te worden. 280

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 14