man en paard Men behoeft slechts de eerste alinea's van het volgende ingezonden stuk te lezen om te begrijpen, dat wij als redactie zelfs met een anoniem schrijver blij zijn! Het is anders wel een schrijver met een hoogst persoonlijke" mening, maar de anonymiteit doet er in dit geval geen afbreuk aan. Overigens is de ware naam van de schrijver bij de redactie be kend. geachte redactie, Uw rubriek „man en paard" wil maar slecht van de grond komen. Er zijn er enigen geweest, die na uw ,,cri de coeur" in de pen zijn geklommen, waar op inderdaad enige reacties zijn gekomen; het ging over de rekening-courant en de titel „directeur", maar deze laatste zaak is toch onvoldoende uit de verf gekomen, omdat van bestuurlijke zijde geen commentaar ontvangen werd en mitsdien ook van de Centrale Bank uit geen mening ten beste werd gegeven. Naar mijn mening terecht. Wie enig be grip heeft voor „verhoudingen" zal de houding van de „Centrale Bank" als juist willen onderschrijven. Dit neemt niet weg dat de genoemde rubriek in middels enige malen niet meer is verschenen. Ik zou zo graag, met name om organisatorische redenen, deze rubriek in onze Raiffeisen-Bode weer geïntroduceerd willen zien. Het lijkt mij misschien wenselijk ook eens als anonymus van deze rubriek gebruik te mogen ma ken en als zodanig wil ik mij bij u aandienen om iets te kunnen schrijven wat met vermelding van naam en toenaam wellicht niet geschreven zou worden. Het gaat over „roofovervallen". En schrijver de zes weet uit de oorlogsjaren drommels goed wat „roofovervallen" kunnen zijn. Hij haalde „eerlijk" een geheel distributiekantoor leeg, waarvan veel zieken hebben kunnen profiteren. Het „roven" van distributiekaarten en persoonsbewijzen was dage lijks werk. En daarbij zijn enkele ervaringen heel duidelijk geworden. Het domste wat men in zulke omstandigheden kan doen: gebruik maken van vuurwapens. De dreiging ermee is iets anders dan het gebruik ma ken ervan. De „dreiging" heeft weieens succes, maar het „gebruiken" is meestal fataal, omdat dit geschiedt in paniek! Dit betekent, dat wanneer een overvaller gebruik gaat maken van datgene wat als „dreiging" is be doeld, een panieksituatie ontstaat, met onoverzien bare gevolgen. In onze organisatie zullen de „slachtoffers" de mensen zijn die bij de loketten de kas bedienen. Wanneer er nu een „overval" komt en men wordt met dodelijk geschut „bedreigd", dan geloof ik dat niemand het risico lopen mag om „dodelijk" te wor den getroffen voor het behoud van welk bedrag dan ook. Het is uit lijfsbehoud verstandig de „drei ging" dreiging te laten en niets te ondernemen wat tot „gebruik" kan leiden. Een mensenleven is niet in geld uit te drukken. Op grond van mijn vorengeschetste ervaringen mag ik er vanuitgaan dat een „overvaller" slechts node gebruik gaat maken van zijn vuurwapen, al thans een ervaren „overvaller". Men heeft een goede kans te blijven leven, indien men zich niet verzet. Amateurrovers zijn in wezen veel gevaar lijker dan de z.g. „zware" jongens. Voor hen die in de omstandigheden komen van een roofoverval zou ik als uitgangspunt bij de be paling van hun houding willen stellen: dek uw leven, niet uw geld, of beter het geld van anderen. En u kunt het zo stellen, omdat wij als mensen in onze organisatie vereend, altijd zullen stellen: liever betalen wij allemaal met elkaar hetgeen u verloren hebt, maar met behoud van uw leven, dan dat wij ons scharen moeten rondom een lijkbaar met schreiende weduwen en wezen. Mijn bijdrage kunt u krijgen! Wat trouwens niet eens nodig is, omdat er andere middelen zijn om de schade te dekken. Het is duidelijk, dat uw „anonymus" geen be stuurder maar een employé is. En daarom zou ik willen vragen, als er reacties mochten komen op dit epistel, laten zij ook komen van de heren leden van enig bestuur of enig college van raad van toe zicht! 264

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 38