financieel overzicht grote emissiebedrijvigheid Zelden is er in de vakantiemaand augustus zulk een levendige emissiebedrijvigheid geweest als in de achter ons liggende verslagperiode. De belang rijkste emissie is uiteraard geweest die van de Ne derlandse Staat, waarop men vrijdag 12 augustus heeft kunnen inschrijven. Zoals men weet ging het daarbij om de uitgifte van een 7 lening groot nominaal f 200 miljoen met een looptijd van ten hoogste 2 jaar. waarvan de emissiekoers op 991/2% was gesteld. De aflossing zal in 15 jaarlijkse ter mijnen van afwisselend 7%, 6% en 7% per jaar geschieden, zodat in drie opeenvolgende jaren 20% wordt afgelost. De eerste normale aflossing vindt pas plaats op 1 september 1977, terwijl vervroegde aflossing na 10 jaar, d.w.z. met ingang van 1 sep tember 1976, te allen tijde is voorbehouden. De storting was per 1 september 1966 bepaald en heeft dus intussen een kleine 200 miljoen in de schat kist doen terechtkomen. Men zal zich herinneren dat de voorgaande le ning van het Rijk in februari jl. werd uitgegeven met een rentevoet van 6% eveneens tegen 991/2 %- en °ok met een looptijd van 25 jaar. Van de voorgaande lening vangt echter de aflossings termijn na vijf jaar reeds aan, terwijl de aflossingen in gelijke jaartermijnen geschieden. Die eerste le ning bood een effectief rendement van 6,30 ter wijl het effectieve rendement van de jongste staats lening op 7,06 uitkwam. Van die eerste lening 1966 lagen de voorwaarden scherp in de markt en de daarop ingekomen inschrijvingen waren dan ook maar net voldoende om de lening te doen slagen. Dat bleek wel daaruit dat de inschrijvingen nadat de Agent van het ministerie van Financiën met enkele grote inschrijvers een geringe afron ding van hun inschrijvingen was overeengekomen, ten volle konden worden toegewezen. Het bedrag van die lening was toen 250 miljoen. astronomische inschrijvingen Voor de jongste staatslening waren de lening waarden echter belangrijk ruimer gesteld, zodat reeds dadelijk de verwachting mocht worden ge koesterd, dat hiervoor behoorlijke belangstelling zou bestaan. Overigens spreekt het vanzelf dat naarmate het rendement op een hoger niveau is gekomen de kans op een verdere noemenswaardige rentestijging geringer wordt. Ook het buitenland heeft in ruime mate meegedaan en het resultaat van de inschrijving is dan ook geweest, dat op deze staatslening met een recordrendement van 7,06 tot een recordbedrag werd ingeschreven. Zij werd niet minder dan 1835 maal overtekend, zodat een inschrijvingsbedrag werd bereikt van f 367 miljard en de Agent van het ministerie van Financiën het toewijzingspercentage slechts op 0,0545 kon vaststellen. Eerder reeds, nl. in ok tober 1964, werd eveneens tot een astronomisch bedrag op een staatlening ingeschreven, nl. voor een totaal van f 170 miljard op een leningbedrag van f 200 miljoen, zodat toen slechts 0,118% kon worden toegewezen. Het behoeft geen betoog dat dergelijke abnormale inschrijvingstotalen en toe wijzingspercentages louter het gevolg zijn van het buitensporige majoreren, een verschijnsel, dat al tijd kan worden waargenomen, zodra de gerede verwachting mag worden gekoesterd dat de reële vraag van de beleggers het beschikbare bedrag te boven gaat. Ten onrechte hebben, naar het ons voorkomt, 257

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 31