t
spaarresultaten bij de verschillende spaarinstellingen
Bedragen x f 1 miljoen
Juni
Spaarverschil
Spaartegoed
31 juli
O)
jan. t/m
juli
Inlager
Terug-
betalin
'1
aug.
bedrag
bedrag
1966
Raiffeisenbanken Utrecht
221,9
188,1
33,8
68,7
65,7
168,7
17,0
5.004,0
23,8
Boerenleenbanken Eindhoven
214,3
192,5
21,8
47,2
36,3
127,3
12,8
3.237,9
15,4
Rijkspostspaarbank
126,4
113,3
13.1
22,0
23,2
88,1
8,9
4.297,2
20,4
Algemene spaarbanken
321,9
294,4
27,5
23,2
57,0
288,3
29,0
5.402,5
25,7
Handelsbanken en overige
68,5
43,1
321,2
32,3
3.086,4
14,7
Totaal
164,7
204,2
993,6
100,0
21.028.0
100,0
1965
Raiffeisenbanken Utrecht
190,1
163,0
27,1
70,4
63,4
200,8
20,4
4.497,5
23,7
Boerenleenbanken Eindhoven
137,8
119,7
18,1
43,9
34,3
150,4
15,3
2.924,3
15,4
Rijkspostspaarbank
114,0
101,0
13,0
26,2
32,8
139,4
14,1
4.019,4
21,1
Algemene spaarbanken
260,3
234,5
25,8
31,2
57,3
269,2
27,3
4.851,5
25,5
Handelsbanken en overige
59,0
41,0
12,6
225,7
22,9
2.727,3
14,3
143,0
+212,7
200,4
985,5
100,0
19.020,0
100,0
kanttekeningen bij de cijfers
De nieuwe voorschotverstrekkingen lagen tot nu toe ruim
27 boven het niveau van dezelfde periode in 1965. De af
lessingen waren in vergelijking met 1965 19 hoger.
Wat de spaarontwikkeling betreft, konden de landbouw
kredietorganisaties op een gunstige maand terugzien. De
Utrechtse organisatie bleef slechts een fractie onder het peil
van juli 1965. Bij de Eindhovense organisatie overtrof het
spaaroverschot dat van juli van het vorig jaar.
Uit voorlopige gegevens omtrent het spaarresultaat in
augustus valt op te maken, dat het overschot bij onze orga
nisatie hoger is dan vorig jaar.
Als bijzonder feit treedt deze keer naar voren de over
schrijding van de 5-miljardgrens in de spaarbank. Het tem
po, waarin de miljarden elkaar hebben opgevolgd, is als
volgt geweest:
1950 f 1 miljard
1959 f 2 miljard
1962 f 3 miljard
1964 f 4 miljard
1966 f 5 miljard
De uitzettingen in eigen kring namen in de maand juli
met rond f 22 miljoen toe. De meerdere uitzettingen komen
vooral tot uitdrukking in de post voorschotten.
253