majoreren, een gevolg van de huidige emissie techniek bij staatsleningen Begin augustus werd een nieuwe staatslening aangekondigd tot een bedrag van f 200 miljoen, tegen een koers van 991/2 en bij een rente van 7 per jaar. Het betrof hier de tweede staatsle ning van dit jaar. De eerste werd in februari uit gegeven tegen een koers van 991/2 en een rente van 6% Het bedrag van de lening van 250 miljoen bleek toen praktisch overeen te stemmen met het door de beleggers gevraagde bedrag. Me de gezien het feit, dat met de in het najaar 1965 geplaatste staatslening slechts 140 miljoen werd aangetrokken, kon de eerste lening van dit jaar als een succes worden gezien. overtekening geen nieuw verschijnsel Oneindig veel groter nog bleek de belangstelling voor de jongste staatslening. Met de mate, waarin is ingeschreven op deze lening werd elk record ge broken. De inschrijvingen uit binnen- en buiten land waren dusdanig groot, dat het toewijzingsper centage slechts 0,0545 bedroeg. Dit betekent, dat deze lening circa 1800 maal overtekend werd. Op zichzelf is dit geen nieuw verschijnsel. Zo werd een staatslening uitgeschreven in oktober I964, groot f 200 miljoen, 850 maal ondertekend. Tot de oorzaken van de overtekening behoorde toen het te sterk optrekken van het rentepeil door de over heid. De minister van Financiën weet de oorzaak van deze misrekening aan de ondoorzichtigheid van de markt, welke mede veroorzaakt werd door de belangstelling uit het buitenland. majoreren vloeit voort uit huidig systeem Het grote inschrijvingsbedrag, waarvan met name bij de laatste staatslening sprake is, houdt geen enkele aanwijzing in over het opnemingsvermogen van de kapitaalmarkt, maar is grotendeels het ge volg van het toegepaste systeem, waarbij de voor waarden vöör de inschrijving zijn vastgelegd, de omvang van de lening beperkt is en bij overteke ning pondspondsgewijze", dat wil zeggen even redig naar de grootte van ieders inschrijving, toe wijzing plaatsvindt. Zijn de emissievoorwaarden gunstig en verwachten de inschrijvers en de be middelende instellingen, dat de uitgifte een succes zal worden, dan zullen zij hun inschrijvingen in een zekere verhouding verhogen en zodoende trachten toch het gewenste bedrag te verkrijgen. Het verschijnsel dat zich hier voordoet, wordt in de praktijk majoreren genoemd. Normaliter kan men stellen, dat het feitelijke succes van de tech niek van het majoreren afhangt van de mate waarin de inschrijver erin slaagt een schatting van ce to tale overtekening te maken. Valt de feitelijke totale overtekening lager uit dan de gemaakte taxatie dan kan dit na toewijzing een koersdruk ten ge volge hebben. veel kritiek In het verleden is er reeds veel kritiek geuit op het bij staatsleningen gevolgde systeem van in schrijving en toewijzing. Het daarmee gepaard gaande majoreren kan ertoe leiden, dat de beleg ger meer stukken krijgt toegewezen, dan waarvoor hij belangstelling heeft, of juist minder of helemaal geen stukken krijgt toegewezen. In het laatste ge val zal hij geen hogere koers moeten betalen, wil hij toch het gewenste aantal verwerven. 242

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 16