delingsbevoegdheid van de minister hebben ver ruimd, maar de Kamer heeft hier niet aan gewild. daggeld duurder Overigens was het niet alleen de kapitaalmarkt, die onder schaarste gebukt is gegaan. In zeker niet mindere mate is dit in de achter ons liggende maand voor de geldmarkt het geval geweest. Op 19 juli heeft de desbetreffende commissie bekend gemaakt, dat het tarief voor daggeld (call money) met een half procent werd verhoogd, waardoor het werd gebracht op 5%, een nog nooit voorgekomen percentage. Enkele dagen later, op 25 juli, ver hoogde de Vereeniging voor den Effectenhandel ambtshalve de prolongatiekoers eveneens met een half procent tot 51/2 derhalve tot een half pro cent boven de wisselkoers van de Nederlandsche Bank. De echte prolongatie, d.w.z. het kopen van fondsen tegen krediet, speelt weliswaar geen rol meer, omdat art. 5 (1) van de nog steeds van kracht zijnde Beschikking Beursverkeer 1947 dit verbiedt, maar de belening van effecten, ook pro longatie genaamd, is wel toegestaan en die be lening heeft betrekking op een groot totaalbedrag. De krapte op de geldmarkt is sterk tot uiting ge komen in de weekstaten van de Nederlandsche Bank. Voor de banken is juli bepaald een moeilijke tijd geweest. Bijna voortdurend hebben zij moeten steunen op voorschotten, opgenomen bij de Neder landsche Bank. Op 5 juli waren deze zelfs opge lopen tot de zeer grote hoogte van 396 miljoen en desondanks bedroeg het tegoed van de banken bij onze circulatiebank toen nog slechts f 70 mil joen. Hierbij dient men rekening te houden met het feit, dat de banken een renteloos tegoed bij de Nederlandsche Bank moesten aanhouden van ge middeld 158 miljoen, wegens overschrijding van de kredietnormen. Het renteloze deposito is van 15 juli tot 14 augustus verhoogd tot 212 miljoen. Deze verhoging kan niet in verband staan met de verzwaring van de kredietrestrictie, omdat de in vloed hiervan niet eerder kon worden gevoeld dan in de periode 15 september tot 14 oktober. De ver hoging is dus alleen het gevolg van overschrijding van de kredietnorm volgens de oude bepalingen. maandelijkse betalingen aan gemeenten Enig soelaas hebben de banken tegen het mid den van juli gekregen door de maandelijkse beta lingen van de schatkist aan de gemeenten. Hoewel door deze betalingen het tegoed van de banken bij de Nederlandsche Bank op 18 juli was opgelopen tot 304 miljoen, bedroegen op die datum de voor schotten toch nog 286 miljoen; een week later was dit bedrag echter teruggebracht tot 71 mil joen. De schatkist kon na deze betalingen bij de Ne derlandsche Bank nog slechts beschikken over een minimale som van f 8 miljoen. De positie op de geldmarkt is overigens altijd afhankelijk van een wisselwerking tussen banken en schatkist, waarbij ook de biljettencirculatie een rol van betekenis speelt. Die circulatie bedroeg op 5 juli 8.231 mil joen en was op 1 augustus gedaald tot 8.170 mil joen, waardoor de banken een kleine verlichting hebben gekregen. Desondanks was het totaal aan voorschotten toen weer gestegen tot 263 miijoen bij een tegoed bij de Nederlandsche Bank van f 228 miljoen, dus maar nauwelijks boven het ver plichte deposito van 212 miljoen. Ook voor de schatkist was toen de spanning nog niet voorbij. Weliswaar had zij toen de beschikking over 286 miljoen, maar dit kon alleen door het opnemen van kortlopend kasgeld en de plaatsing van een be perkt bedrag aan schatkistbiljetten. Binnen enkele maanden komt de schatkist in een betere positie omdat dan de voorlopige aanslagen in de vennoot schapsbelasting voldaan moeten worden, maar dat zal dan weer een harde dobber voor de banken kunnen worden. 212

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 26