overschotten komen nu geheel ten laste van het Brusselse fonds. Tegenover dit grote financiële voordeel hebben ook de Fransen overigens toe moeten geven, dat op 1 juli 1968 niet alleen voor landbouwprodukten maar ook voor die van de in dustrie één volledig vrije markt binnen het E.E.G.- gebied tot stand zal komen. betekenis financieel akkoord De betekenis van het akkoord over de gemeen schappelijke financiering springt vooral in het oog als men beseft over welke welhaast astronomische bedragen het gaat, nl. meer dan 7 miljard per jaar. Deze bedragen komen voor ongeveer de helft uit de heffingen, welke in het kader van het land bouwbeleid bij import vooral van granen worden opgelegd. De andere helft komt recht streeks ten laste van het staatsbudget van de zes landen. Dit houdt o.m. in dat het bedrag van rond een half miljard gulden, dat thans nog op onze rijksbegroting staat ten behoeve van het nationale landbouwbeleid, straks zal dienen te worden ge- continueerd als zijnde de Nederlandse bijdrage aan de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Dat wil dan zeggen dat de besteding en de rechtvaardiging van dit bedrag niet meer een natio nale aangelegenheid is, maar volledig voor verant woordelijkheid van „Brussel" komt. Velen maken zich daarbij ernstig zorgen over het ontbreken van een effectieve parlementaire controle op het land bouwbeleid en de financiële consequenties daarvan. Inmiddels mag worden verwacht dat van de 7 miljard die beschikbaar komt, voorlopig onge veer f 1 miljard zal worden gebruikt voor struc tuurmaatregelen. Het grootste deel van de pot dient om de E.E.G.-prijzen door middel van inter- venties en exportrestituties te beschermen tegen het zoveel lagere internationale prijspeil. verdere voortgang Nu de gemeenschappelijke financiering een be- langrijke stap vooruit betekent, kan men ook verder inhoud geven aan het gemeenschappelijk beleid. Feitelijk wordt het besluit over de financiering welke eigenlijk reeds in juli van het vorig jaar ge nomen had moeten worden pas definitief nadat ook de gemeenschappelijke prijzen zijn vastgesteld voor melk, rundvlees, rijst, suiker, oliehoudende zaden en olijfolie. Bovendien moeten eerst ook nog gemeenschappelijke verordeningen zijn overeenge komen voor suiker en vetten alsmede aanvullende regelingen voor groenten en fruit. Voorts dient de Raad een akkoord te treffen om de onderhande lingen in het kader van de Kennedy-ronde voort te kunnen zetten en ook moeten criteria voor een ge meenschappelijk mededingingsbeleid zijn vastge steld. Er is dus wel werk aan de Europese winkel! Ongetwijfeld zal men daarbij weer in lange mara thonzittingen de beproefde pakketmethode gaan toepassen. Zo'n pakket bevat dan in zekere zin voor elke partner wat begeerlijks maar tevens wat minder aantrekkelijks en schept op die wijze de basis tot overeenstemming. De ministerraad van de E.E.G. is deze maand juni druk bezig zich door dit grote pakket heen te worstelen. De ministerraad heeft in zijn zitting van 10 en 11 mei overigens reeds de termijnen vastgesteld waarop de zoëven genoemde gemeenschappelijke prijzen en marktregelingen van kracht zullen moe ten worden. Uiterlijk 1 april 1968 zal namelijk, als laatste in de rij, de gemeenschappelijke suikerprijs in wer king moeten treden. Op 1 januari aanstaande zal de aanvullende verordening voor groente en fruit van kracht moeten worden, op 1 juli 1967 treedt zoals reeds in 1964 werd besloten de ge meenschappelijke markt in werking voor granen, varkensvlees, eieren en slachtpluimvee; tevens moeten dan de richtlijnen voor het gemeenschap pelijke mededingingsbeleid van kracht worden. doel gemeenschappelijk beleid Wanneer de Raad van Ministers over dit alles overeenstemming heeft bereikt, kan men via de gemeenschappelijke financiering, de doeleinden van het beleid nog beter gaan realiseren. Dit doel is, zeer in het kort: één agrarische markt, die de gehele E.E.G. omvat, met daarin een gemeenschap pelijk prijspeil en evenwicht in vraag en aanbod. Het uitgangspunt is dus het vrije verkeer, zowel van 139

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 9