studiemogelijkheden VI
In dit laatste artikel in de serie over studiemogelijkheden
voor functionarissen bij onze aangesloten banken willen wij
enige aandacht schenken aan de opleiding in de sociaal-
economische richting en dan speciaal denken aan de akte
M.O. Staathuishoudkunde en Statistiek of zoals deze in de
wandeling genoemd wordt: de akte M.O. Economie.
toenemende belangstelling
Oorspronkelijk was deze akte ingesteld voor hen,
die als toekomstige leraren bij het middelbaar
onderwijs zouden gaan werken. Dit is ook het ge
val gebleken bij de opleiding voor de akten M.O.
Handelswetenschappen en M.O. Boekhouden.
Met de ontwikkeling van de maatschappij hield
de belangstelling voor deze opleiding gelijke tred.
Geconstateerd kan worden, dat thans in overwe
gende mate door kandidaten uit het bedrijfsleven
aan deze examens wordt deelgenomen, zodat de
akte niet alleen als een onderwijsbrevet moet wor
den gezien, maar ook als een waardevol bewijs van
gedegen studie voor het bedrijfsleven. Vooral de
laatste jaren is de belangstelling voor deze akte
sterk toegenomen. Daarom kan het goed zijn enkele
onderdelen van de leerstof wat meer voor het voet-
licht te halen.
de onderwerpen
In grote lijnen is de leerstof in drie stukken te
verdelen, nl.: wetgeving, te verdelen in sociale wet
geving en rechtswetenschappen; statistiek; theorie
en geschiedenis van de economie. Dit laatste on
derdeel is bijzonder omvangrijk en omvat behalve
de geschiedenis van de economie, het geld-, kre
diet- en bankwezen, de waarde- en prijsleer, de in-
komensleer, de openbare financiën, de conjunc
tuurtheorieën, de internationale betrekkingen, de
ondernemingsvormen, de concentratietendensen,
micro- en macro-economie, de werkgelegenheid,
enz.
Bij geld-, krediet- en bankwezen komen o.a. aan
de orde de problemen van het wezen en de func
ties van het geld, de geldschepping en -vernieti
ging, de waarde van het geld, de geldstandaarden,
de overheid en het geld, de rente- en koersvor-
ming, inflatie en deflatie, de functies van de banken
en de soorten banken, enz.
168