perspectieven een element van onzekerheid in zijn beschouwingen trekt. Toch wilde hij proberen, uit gaande van de ontwikkeling die we tot dusver hebben beleefd, dus van een aantal vaste gegevens, enkele lijnen door te trekken om zo te komen tot een oordeel over wat ons misschien te wachten staat. De Nederlandse volkshuishouding heeft na de tweede wereldoorlog een snelle economische ont wikkeling beleefd. Zo steeg tussen 1950 en 1965 het reële inkomen per hoofd van de bevolking hierbij is dus afgezien van inflatie en van prijs stijgingen en is alleen gelet op wat aan goederen en diensten beschikbaar is gekomen met 70 procent. Als oorzaken van deze verheugende ontwikke ling noemde prof. De Roos: de kapitaalvorming als gevolg van een hoge spaarquote; van jaar tot jaar zijn de kapitaal goederen sterk in hoeveelheid toegenomen doordat de volkshuishouding zo spaarzaam is (per jaar wordt in Nederland 19 procent ge spaard, waardoor het een van de spaarzaamste landen is), de vermeerdering van de beroepsbevolking, die weer heeft bijgedragen tot uitbreiding van de produktie, en als belangrijkste: de technische ontwikkeling, dat wil zeggen de ontdekking van kostenbesparende middelen. Dit alles is echter alleen een voordeel, als een goede afzet voor de produktie kan worden gevon den. Gelukkig voltrok de uitbreiding van het Neder landse produktie-apparaat zich in een snel expan derende wereldhuishouding. Daardoor konden de exporten zich gunstig ontwikkelen. Na 1958 is dit nog gestimuleerd door het tot stand komen van de E.E.G. algemene doelstellingen verwezenlijkt De algemene doelstellingen van de Nederlandse economie men denke o.a. aan het evenwicht in de betalingsbalans, aan een redelijke inkomens verdeling en aan een zo sterk mogelijke groei zijn vrijwel verwezenlijkt. Van een stabiel prijspeil, Ondanks de warmte een aandachtig gehoor. eveneens behorende tot de algemene doelstellin gen, kan helaas niet gesproken worden. De pro- duktiestijging gaat door; de Nederlandse spaar quote is nagenoeg stabiel en het ziet er niet naar uit dat zich hierin belangrijke veranderingen zullen voltrekken; de technische ontwikkeling zet zich krachtig voort. Er is nog een aantal technieken, die voor Nederland in aanmerking komen, zij het dat zij vooralsnog te kostbaar zijn. De toekomst ziet er dus tamelijk rooskleurig uit. Echter niet minder belangrijk zijn de afzetmoge lijkheden. Zij hangen af van Nederland, maar ook en vooral van de rijke, westerse landen. We ont- 165

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 35