wie de landbouw in Groningen veel dank verschul digd is. Bij de oprichting van de boerenleenbanken was het niet de bedoeling dat zij zouden gaan voorzien in de behoefte aan middelen op lange termijn. Geld voor de aankoop van een boerderij moest men el ders zien te krijgen. De middelen van de bank be stonden immers uit direct opvraagbare spaargelden en men wilde zich niet schuldig maken aan de fout die Teenstra beging. De boerenleenbank beoogde te voorzien in de behoefte aan middelen op korte termijn (vlottend bedrijfskapitaal, in de vorm van rekening-courant) en in de behoefte op middellange termijn. Toen echter na een tiental jaren bleek dat de spaargelden een zeer grote vaste kern vertoonden, durfde men het aan om dit ijzeren bestand aan te wenden ter financiering van vaste activa in de vorm van hypo thecaire leningen op langere termijn. De ontwikke ling is zodanig geweest, dat op heden de hypothe caire leningen naar bedrag meer dan de helft van de uitzettingen der raiffeisenbanken/boerenleen- banken uitmaken. In de praktijk blijkt de looptijd vaak minder lang te zijn dan bij het aangaan van de lening werd overeengekomen. Dit is een gevolg van het feit, dat raiffeisenbanken beogen hun leden passende finan cieringen te geven. Iemand die een lening aangaat, wenst bij voorbaat de verwachting omtrent zijn af lossingscapaciteit niet te flatteren en hij is geneigd om het percentage van de lening dat per jaar moet worden afgelost, niet te hoog te stellen. Laten de bedrijfsuitkomsten echter toe dat hij meer aflost als waartoe hij zich heeft verplicht dan mag de bank dit niet tegenwerken door een boete te stellen op versterkte of vervroegde aflossing. Zij doet het dan ook niet, het zou immers in strijd zijn met haar doelstelling: passende financiering. langlopende hypothecaire leningen van raiffeisenbanken De laatste jaren hebben zich op het gebied van de financiering van de landbouw vele veranderingen voltrokken. Met name de financiering van de be- drijfsovergang is dikwijls aanzienlijk moeilijker dan vroeger. Waren voorheen broers en zusters van de zoon die het bedrijf voortzette bereid in aanzienlijke mate kapitaal in het bedrijf te laten, heden ten dage ziet men steeds meer dat zij hun erfdeel opeisen Bij het overlijden van de eigenaar/gebruiker ziet men steeds meer dat de opvolgende zoon zich zwaar in de schuld moet steken om zijn mede-erf genamen hun deel uit te keren. Vooral bij een ho ge rente op de kapitaalmarkt ontstaat hierdoor de behoefte de aflossing op de hypothecaire lening zo laag mogelijk te houden. Raiffeisenbanken hebben hierin voorzien door het introduceren van de figuur van de 55-jarige hypothecaire lening. Gedurende de eerste 5 jaar behoeft niet te worden afgelost, daarna kan volstaan worden met 2 per jaar, wan neer het gaat om financiering van de bedrijfsover- gang van bedrijven met een aanmerkelijke opper vlakte grond. Daar de bank echter met een normale hypothecaire lening niet verder kan gaan dan tot 2/3 van de getaxeerde waarde, wordt de financie ringsbehoefte hierdoor dikwijls onvoldoende bevre digd. Door een afspraak met het Borgstellingsfonds voor de Landbouw is het mogelijk geworden ook de top te financieren tot 90 van de getaxeerde waarde van het onroerende onderpand. Op de aldus door het Borgstellingsfonds voor de Landbouw ge garandeerde top, is gedurende de eerste 5 jaar een aflossing verschuldigd van 2 per jaar, daarna ge durende 10 jaar een aflossing van 3%, waarna het restant in 15 gelijke jaarlijkse termijnen van 4% kan worden gedelgd. Over de top kan men dus 30 jaar doen. eeuwigdurend grondkrediet Een gezonde financieringsregel is dat de aflos singen op een lening tenminste gelijk zijn aan het bedrag der jaarlijkse afschrijving op het gefinan cierde object. Dit heeft geleid tot de vraag of ter financiering van de grond geen eeuwigdurende on opzegbare leningen kunnen worden gegeven. Op grond wordt immers niet afgeschreven. Indien ik een persoonlijke visie op deze vraag zou mogen geven, dan zou ik daarop het volgende willen zeg gen. Het lijkt een plausibel verlangen, dat men de veel al jonge boer die toch al op hoge lasten zit van wege de dikwijls grote financieringen met vreemd 61

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 31