(vervolg Algemene Vergadering) economische ontwikkeling Dr. A. J. Verhage stelde in zijn toelichting vast, dat de hoogconjunctuur in West-Europa en in het bijzonder ook in Nederland, zich heeft gehand haafd. De land- en de tuinbouw ondervinden daar van de spanningen, met name ook op het gebied van prijzen, lonen en kapitaalvoorziening. In het afgelopen jaar waren de financiële resultaten van akkerbouw en veehouderij niet bevredigend. De uitkomsten van de tuinbouw zien wij in het alge meen teruglopen, al zijn de bedrijfsresultaten in de onderscheidene takken van tuinbouw uiteenlopend. De ontwikkeling van prijzen en lonen toont dui delijk de inflatoire gevaren in onze volkshuishou ding. Het beperken van deze gevaren zal in de toe komst noodzakelijk zijn; in verband daarmede bleef de krapte op de arbeidsmarkt een moeilijk vraagstuk. Hierbij is gekomen een verdere stijging van het rentepeil op de kapitaalmarkt, niet alleen door een gelijkschakeling van de rente binnen de Europese Economische Gemeenschap, maar ook door een sterke uitbreiding van financieringen op allerlei ge bied en door de schaarste op de Europese kapi taalmarkt als gevolg van de pogingen om de Ame rikaanse betalingsbalans te verbeteren. Hoewel onze organisatie zich tot taak blijft stel len de financiering van de eigen kring zonder winstbejag te behartigen en blijft streven naar pas sende financieringsvormen voor de leden, kunnen en mogen wij ons niet afsluiten van de econo mische ontwikkeling en van de ontwikkeling op de geld- en kapitaalmarkt, aldus dr. Verhage. Hoewel de hoogte van de debetrenten voor de financie ringen in eigen kring gunstig afsteekt bij het peil, waarop elders financieringen kunnen worden ver kregen, moet er toch rekening mee worden gehou den dat de recente ontwikkeling op de geld- en kapitaalmarkt zijn weerslag zal moeten vinden in de door onze banken berekende debetrente. Het zal noodzakelijk zijn in de loop van dit jaar de te berekenen rente aan te passen aan deze ontwikke ling. Op korte termijn kan dit aangepaste rente advies verwacht worden. voorzichtig beleid Er was in 1965 een neiging tot herstel van even wicht; niettemin bleven de remmen, die ten aanzien van de kredietverlening zijn aangelegd, bestaan. Toch kan aan de vergadering een voorstel worden voorgelegd om de door de vorige Algemene Ver gadering goedgekeurde dispensatieregeling te ver zachten. Aangezien de Nederlandsche Bank de kredietbe- perkende maatregelen thans in beginsel uitstrekt tot vrijwel het gehele uitzettingsterrein van onze organisatie zal het noodzakelijk zijn de groei van de lange uitzettingen niet sneller te doen ver lopen dan de toeneming van de middelen, die op lange termijn worden verkregen. Onze uitzettingen op lange termijn, in het bijzon der de hypotheken, zijn een steeds groter gedeelte van onze totale uitzettingen gaan vormen. Eind 1965 was het percentage van de hypothecaire le ningen in het totaal van onze uitzettingen gestegen naar 61,5%, terwijl dit eind 1960 dus vijf jaar terug nog ongeveer 50 bedroeg. Alle midde len, die er toe kunnen leiden om de omloopsnelheid van de spaargelden te drukken, dienen daarom te worden gebruikt in het belang van het voortzetten van de gebruikelijke financiering voor wat wij ,,de eigen kring" plegen te noemen. dr. Verhage 148

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 18