openingsrede mr. R. J. van Beekhoff
Omstreeks kwart over elf opende mr. Van Beek
hoff de vergadering. Een groot aantal bezoekers
had toen al het stemmig donker van de jasjes ver
wisseld met het blinkend wit van de overhemden...
De voorzitter heette allen hartelijk welkom, in het
bijzonder de gasten, onder wie ir. J. W. Wellen,
directeur-generaal van de Landbouw, prof. dr. G.
Minderhoud, oud-voorzitter van het Bestuur, ver
tegenwoordigers van de zusterorganisaties in Eind
hoven en Leuven en de larvdbouwa^tachés van
België en Frankrijk. Een speciaal woord richtte de
voorzitter tot ir. J. W Hudig, die voor het eerst als
directeur van de Centrale Bank aanwezig was. Hij
heette hem in deze kwaliteit welkom. Voorts be
groette de voorzitter prof. dr. F. de Roos van de
Vrije Universiteit in Amsterdam, die in de middag
vergadering een causerie heeft gehouden over de
„Perspectieven van de Nederlandse volkshuis
houding".
Mr. Van Beekhoff handhaafde de goede ge
woonte om de aangesloten banken die in het af
gelopen jaar hun vijftigste of hun zestigste verjaar
dag gevierd hebben zijn gelukwensen aan te
bieden en allen, die bij deze banken werkzaam zijn,
te danken voor de door hen betoonde activiteiten.
Ook herdacht hij hen, die sedert de vorige verga
dering uit onze kring zijn heengegaan.
structuurveranderingen
In het zakelijke gedeelte van zijn openingswoord
vestigde hij de aandacht op de structuurverande
ringen, die zich in het bankwezen voltrekken en
reeds voltrokken hebben. Veranderingen, die
samengevat kunnen worden in de woorden
„branchevervaging" en „streven naar algemeen
heid". Waar vroeger het oog uitsluitend of voor
namelijk gericht was op een of meer specialiteiten,
ontwaart men thans dat de banken de grenzen van
hun werkterrein ruimer gaan uitzetten. Deze struc
tuurveranderingen zijn ook aan onze banken en
organisatie niet voorbijgegaan. Het rapport van de
in onze organisatie ingestelde Structuurcommissie
kan men in de loop van dit jaar tegemoet zien.
Die structuurverandering, die mr. Van Beekhoff
liever als ontplooiing van onze banken wilde aan-
143