administratieve kanttekeningen Met 2 lessen per maand zal de studie ongeveer een jaar duren. Het examen wordt ten minste éénmaal per jaar afgenomen, als regel in de maand mei; het is schrif telijk en duurt een dag. cursus assurantiebezorger (A-cursus) Om de hoogste trap van de ladder te bereiken zal men de opleiding dienen te volgen voor het examen assurantiebezorger. Het is de cursus voor degenen, die een allround algemene assurantieken nis wensen, ook zonder dat zij in register A worden ingeschreven. Deze opleiding geeft dus een goede gelegenheid zich theoretisch te bekwamen in het assurantievak. Het zal duidelijk zijn, dat de cursus bij deze doel stelling ook uitgebreider dient te zijn dan de hier voor genoemde opleidingen. De A-cursus omvat 64 lessen, waarvan er 26 ge baseerd zijn op het genoemde studieboek „Inleiding tot de algemene assurantiekennis", welk boek ook bij de overige lessen regelmatig dient te worden geraadpleegd. De studietijd moet wel op 2 jaar worden gesteld. Per maand worden 4 lessen gegeven, zodat na on geveer 11/2 jaar alle lessen ontvangen zijn en met een grondige repetitie voor het examen kan worden begonnen. Dit examen wordt éénmaal per jaar af genomen en bestaat behalve uit een schriftelijk gedeelte ook uit een mondeling gedeelte. Men moet voor het schriftelijke examen een voldoende hebben gehaald om tot het mondelinge te worden toege laten. Het schriftelijke examen vindt meestal om- steeks april/mei plaats, terwijl het mondelinge dan enkele maanden later kan worden afgelegd. Indien men slaagt voor het schriftelijke examen en voor het mondelinge zakt, moet het gehele examen weer worden overgedaan. Uit het bovenstaande blijkt, dat er op het terrein van het assurantievak een goede gelegenheid wordt geboden zich theoretisch verder te bekwamen. Het is goed, dat de aandacht van onze medewerkers hierop regematig wordt gevestigd, omdat het assu rantievak voor onze banken een werkgebied is, waarop nog vele mogelijkheden aanwezig zijn. In de circulaire d.d. 22 maart 1966, codenummer 3.80/1 wordt de aangesloten banken geadviseerd naast de rekeningen met krediet en de deposito rekeningen in de rekening-courant een nieuw soort rekeningen voor particulieren in te voeren. In verband hiermede is het nodig deze rekeningen, verder aan te duiden als „privé-rekeningen", af zonderlijke rekeningnummers toe te kennen, zodat een aparte subgroep in de rekening-courant ont staat. Het saldo van deze subgroep dient bij de invulling van de maandstaat begrepen te worden in het totaal van het creditsaldo van de rekening courant dagelijks opvraagbaar (nr. 6b-2 van de maandstaat). nummering Het invoeren van een afzonderlijke nummering voor deze subgroep „privé-rekeningen" biedt de volgende voordelen: 126

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 28