studiemogelijkheden V -eike zijn de ei.en? De wet Assurantiebemiddeling schrijft voor, dat men als tussenpersoon alleen dan werkzaam mag zijn, wanneer men is ingeschreven in één van de registers, die krachtens de wet ingesteld door de Sociaal-Economische Raad worden bijgehouden. In het vorige artikel werd een uiteenzetting ge geven over de tweejarige bankcursus. In dit artikel zal enige aandacht worden geschonken aan de mogelijkheden om zich te bekwamen in het ver zekeringsvak. van grote betekenis Het is nog niet zo lang geleden, dat onze banken zich afzijdig hielden van het verlenen van assu rantiebemiddeling. Daarin is de laatste jaren een belangrijke wijziging ten goede gekomen. Het is duidelijke dat op het terrein van de verzekeringen een goede dienstenverlening aan de cliënten is te geven en dat het daarom alleen reeds volledig ver antwoord moet worden geacht, dat onze banken zich meer en meer gaan bezig houden met het ver lenen van assurantiebemiddeling. Dit alles heeft echter consequenties, want het verlenen van assurantiebemiddeling kan niet in het wilde weg geschieden. Op dit terrein is het de wet Assurantiebemiddeling, die een wakend oog houdt op de activiteiten, welke ontwikkeld worden en die bepaalde regels daarvoor geeft. Deze wet, die dateert van 7 december 1954, is mede ontstaan uit de behoefte het beroep van assurantietussen persoon te zuiveren van en te beschermen tegen allerlei misstanden. Vooral het geconstateerde tekort aan vakbekwaamheid van vele tussenper sonen werd gezien als een smet op het verzeke ringsbedrijf. Het is dan ook te begrijpen, dat de wet Assurantiebemiddeling het bezit van vakbe kwaamheid als voorwaarde is gaan stellen om het beroep van tussenpersoon te mogen uitoefenen. Deze vakbekwaamheid moet blijken uit het met goed gevolg afgelegd hebben van een examen. Het zijn de volgende: Register D voor aspriant-verzekeringsagenten C voor verzekeringenagenten B voor erkende assurantie-agenten A voor assurantiebezorgers en, indien beëdigd, voor makelaars in assu rantiën. Om in één van deze registers te kunnen worden ingeschreven moet men aan bepaalde, door de wet omschreven eisen voldoen. Deze eisen laten zich als volgt verdelen: a. do algemene eisen, die voor iedere tussenper soon gelden, ongeacht het register waarin hij inschrijving wenst; b. de bijzondere eisen, die betrekking hebben op de inschrijving in een bepaald register. De algemene eisen houden in: 1. De tussenpersoon moet metterwoon hier te lande gevestigd zijn. 2. Hij moet meerderjarig zijn of van de kantonrech ter handlichting hebben verkregen. 3. Hij mag niet in staat van faillissement verkeren of onder curatele gesteld zijn. 4. Hij mag geen beroep of bedrijf uitoefenen, dat door de Sociaal-Economische Raad onverenig baar is verklaard met het beroep van assuran tiepersoon. 5. Er mag geen gegronde vrees bestaan dat degene, die om inschrijving in één van de regis ters verzoekt, als tussenpersoon het aanzien van de stand der tussenpersonen zal schaden. Indien men aan deze algemene eisen voldoet, kan men worden ingeschreven in register D. Voor de inschrijving in de registers C, B en A gelden behalve algemene eisen ook nog bijzondere eisen. Deze zijn: 124

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 26