middelde looptijd van laatstgenoemde lening echter 121/2 jaar, terwijl de looptijd van de B.N.G.-lening zoals gebruikelijk op maximaal 25 jaar en gemid deld op 151/2 jaar is gesteld. Terwijl de leningoperatie van Hoogovens echter zeer succesvol is geweest, hetgeen zich ook on middellijk in een aanzienlijk koersagio weerspie gelde, dat zich echter slechts ten dele kon hand haven toen de B.N.G.-lening was aangekondigd, werden de vooruitzichten voor deze laatste lening minder gunstig beoordeeld. Vandaar dat men op de inschrijvingsdag de indruk kreeg, dat nauwelijks meer dan het minimumleningbedrag van 100 mil joen kon worden geplaatst. Tot veler verrassing kon echter in het toewijzingscommunique worden mede gedeeld, dat het leningbedrag toch op het maximum van 150 miljoen kon worden vastgesteld en dat desondanks nog een reductie op de inschrijvingen moest worden toegepast. Klaarblijkelijk was een en ander te danken aan het feit, dat de Rijksfondsen te elfder ure voor enkele tientallen miljoenen heb ben ingeschreven. Voor de naaste toekomst wordt zowel rekening gehouden met de uitgifte van een nieuwe staats lening als met een beroep van de Nederlandse Gasunie op de publieke kapitaalmarkt tot een be drag van ten minste 200 miljoen. pandbriefrente aangepast Ook de grote hypotheekbanken hebben het ren dement van hun pandbrieven aan het stijgende rentepeil aangepast. Zij verhoogden hun rentevoet tot 61/2 bij een emissiekoers van 99 De kans dat op deze basis dezelfde als die van B.N.G. en Hoogovens grote bedragen zullen kunnen worden geplaatst, kan niet hoog worden aange slagen, zowel wegens de heersende kapitaal- schaarste als wegens de aantrekkingskracht die van de andere hoogrentende emissies van normale obligatieleningen uitgaat. nog een tekort op betalingsbalans De betalingsbalans over 1965, die einde maart werd gepubliceerd, maakt het intussen mogelijk zich een beter oordeel te vormen omtrent de kapi taalbeweging van het afgelopen jaar met het buiten land. Het blijkt, dat de ontwikkeling daarvan aller minst aan de verwachtingen heeft beantwoord, zij het ook dat deze teleurstellende gang van zaken voor een belangrijk deel aan incidentele factoren te wijten valt. Daardoor wordt het echter des te moei lijker zich aan de hand daarvan een oordeel te vormen omtrent de vooruitzichten van het be talingsverkeer met het buitenland in het lopende jaar. In de eerste plaats moet worden vastgesteld, dat de lopende rekening van de betalingsbalans op kasbasis sluit met een tekort van 216 miljoen. Dat is weliswaar belangrijk gunstiger dan het tekort van 499 miljoen, waarmee 1964 werd afgesloten, doch aanzienlijk slechter dan door het Centraal Plan bureau was geraamd, dat een overschot van 500 miljoen voor de lopende rekening van de betalings balans in het vooruitzicht had gesteld. Het vooruit zicht van de verhoging der omzetbelasting met ingang van 1 januari 1966 blijkt zeer storend te hebben gewerkt. Daarvan is namelijk een sterke stimulans tot verhoging van de invoer uitgegaan, met name van duurzame gebruiksgoederen zoals automobielen. Daardoor valt het vooral te verklaren, dat, nadat de eerste drie kwartalen van 1965 een vermindering van het tekort op de handelsbalans met 590 miljoen te zien hadden gegeven, het jaar als geheel slechts een daling van het tekort met 349 miljoen heeft opgeleverd. Ook het saldo van het dienstenverkeer is kleiner uitgevallen dan dat van 1964, dat 1533 miljoen beliep tegen thans f 1486 miljoen. toch fundamentele verbetering Op transactiebasis, d.w.z. op basis van de werke lijk afgesloten transacties (onverschillig de betalin gen) geeft de lopende rekening van de betalings balans over 1965 echter een overschot te zien van f 48 miljoen tegen een tekort van f 173 miljoen in 1964. Daarin treedt dus wel een belangrijke funda mentele verbetering aan de dag. Het trekt de aandacht dat het tekort op trans actiebasis in 1964 214 miljoen groter is geweest dan het tekort op kasbasis, terwijl in 1965 daaren tegen, zoals reeds opgemerkt, het saldo op de lopende rekening negatief is geweest met een 118

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 20